Conclusie
Uit de door ons gebruikte benchmarks is de conclusie duidelijk: met de introductie van de quad-core Xeon DP processors heeft Intel een flinke stap gemaakt, zowel qua prestaties als qua performance-per-watt. In de door ons gedraaide benchmarks zijn de twee quad-core Xeon 5345 Clovertown processors op 2.33 GHz in vrijwel alle gevallen ruim twee keer sneller dan de twee dual-core Xeon 5130 Woodcrest processors op 2.0 GHz. Uiteraard is het aan te raden om ook te testen met de eigen softwareomgeving omdat de ene applicatie nu eenmaal beter schaalt dan de andere.
Doordat Intel het stroomverbruik van de nieuwe quad-core chips binnen dezelfde grenzen als hun dual-core voorlopers heeft weten te houden, zijn de prestaties-per-watt ook flink toegenomen: in onze tests zien we stijgingen variërend van 31% tot 47%! Kort door de bocht kunnen we dus concluderen dat je met een op Clovertown gebaseerde server het werk kunt doen van twee bestaande Woodcrest server en daarbij ook nog een flinke besparing qua stroomverbruik maakt.
Het zal voornamelijk aan de licentievorm van de toegepaste software liggen of een upgrade naar Clovertown systemen echt de moeite waard is. Veel software heeft licenties per processorkern en het maakt qua softwarekosten weinig uit of je nu van Woodcrest of Clovertown systemen gebruik maakt. Heb je serversoftware met licenties per systeem of per fysieke CPU dan kun je dankzij de komst van Clovertown de prestaties (bijna) verdubbelen zonder extra softwarekosten.
Doordat de nieuwe Clovertown processors plaatsnemen in het zelfde platform en binnen dezelfde thermische grenzen werken, kunnen serverbouwers hun bestaande Woodcrest systemen zeer snel voorzien van Clovertown chips. Het ligt dus in de lijn der verwachting dat de meeste grote serverbouwers ofwel vandaag ofwel op korte termijn een reeks Clovertown servers zullen aankondigen.
In de nabije toekomst zullen we de prestaties en de performance-per-watt van Clovertown ook vergelijken met AMD's nieuwste Opteron serverprocessors.
