Commodore 64: zelfs zonder actieve herinnering in het geheugen gegrift

Inhoudsopgave
  1. 1. Inleiding
  2. 2. Competitief vanaf het begin
  3. 3. Van binnen
  4. 4. Volop software
  5. 5. Opvolgers Commodore 128 en Amiga
  6. 6. Nooit verdwenen
  7. 7. In Nederlandse handen
  8. 8. C64 op Hardware Info

Opvolgers Commodore 128 en Amiga

De in 1985 verschenen Commodore 128 (vanaf hier C128) was de opvolger van de C64. Ook deze homecomputer wist verkooprecords te breken, zij het niet op de schaal van zijn illustere voorganger. Een als 128 D gelanceerde variant omvatte een desktopachtige kast met daarin een diskdrive (die de D duidde) en een los toetsenbord.

De C128 was volledig backwards compatibel met de C64 en kon in drie modi zijn werk doen: als volwaardige C64, 'native' C128 met 128 kilobyte geheugen, en CP/M machine. Onder de motorkap bevonden zich een Z80- en MOS 8502-microprocessor (identiek aan de MOS 6510 van de C64, maar in staat om zowel op 1MHz als 2MHz te draaien).

Daarnaast voorzag de C128 in twee videochips, waarvan een identiek aan die van de C64 (geschikt om het apparaat op televisie aan te sluiten) en een die 640x200-resoluties ondersteunde (alleen geschikt om op computermonitoren aan te sluiten), terwijl ook de SID-geluidschip niet ontbrak. Omdat er nog twee i/o-componenten benodigd waren om het systeem geschikt te maken voor het aansturen van diskdrives werd de computer echter relatief complex, en daarmee duur.

In 1984 kocht Commodore de firma Amiga Corp op, waarna op 23 juli 1985 de eerste Amiga 1000 werd gepresenteerd. De Amiga werd gepositioneerd als een computer met uitstekende mogelijkheden die toch betaalbaar was. Zo kostte een Amiga-standaardmodel bij de introductie 750 dollar, terwijl een IBM-pc (monochroom en zonder multitasking-capaciteiten) voor het drievoudige over de toonbank ging.


Amiga 500.

De Amiga was in diverse opzichten zijn tijd ver vooruit en ondersteunde bijvoorbeeld een kleurenpalet van 4096 kleuren, terwijl audio in vierkanaalsstereo (twee kanalen per stereokanaal) in 8-bitformaat kon worden weergegeven. Dit maakte dat het apparaat kon worden geduid als de eerste echte multimediacomputer voor thuisgebruik.

Kloppend hart was een Motorola 68000-processor met een kloksnelheid van 7MHz, terwijl het 256kB grote intern geheugen kon worden uitgebreid. Het als AmigaOS getooide besturingssysteem ondersteunde multitasking, shared libraries en het gebruik van de rechtermuisknop. Hiermee bleek het toen al mogelijk meerdere programma's tegelijk te laten draaien.

Advertentie
0