Hoogte terugleververgoeding
Ook op het gebied van de terugleververgoeding heerst er verwarring, maar dit kopje op de jaar- of maandafrekening is vrij simpel. Energieleveranciers mogen volledig zelf bepalen welk bedrag er per kWh wordt betaald aan de zonnepaneeleigenaar. Dit wordt doorgaans twee keer per jaar aangepast, maar leveranciers mogen dit zo vaak doen als ze willen, mits dit een maand van tevoren wordt aangekondigd. Hier komt vanwege de vrijheid voor de leverancier dan ook enige concurrentiestrijd om de hoek kijken.
Eneco licht tegenover Hardware Info toe dat de populariteit van zonnepanelen ervoor heeft gezorgd dat steeds meer mensen stroom terugleveren aan het net, "en dat zorgt voor concurrentie onder energieleveranciers". Zo pasten veel leveranciers in het afgelopen jaar hun terugleververgoeding sterk aan. Eneco ging van 56,5 naar 9 eurocent, en die daling is niet atypisch.
Volgens de energieleverancier gaat er veel tijd en moeite zitten in het bepalen van deze vergoeding, maar zijn er wel twee belangrijke factoren die een dergelijke daling motiveren. Zo gingen energieprijzen in 2022 door het dak; het zou volgens een woordvoerder simpelweg te duur worden om vergelijkbare prijzen terug te betalen aan zonnepaneeleigenaren. De onderliggende reden is volgens Eneco dat het terugleveren in principe altijd gebeurt wanneer er een collectief overschot heerst. Vraag en aanbod zouden op dat moment niet in balans zijn, waardoor energieleveranciers een relatief lage terugleververgoeding kunnen betalen voor deze overschotkilowatturen.
De ACM vindt dat energieleveranciers een redelijke terugleververgoeding moeten betalen: "In eerdere beleidsregels stelde de Autoriteit Consument & Markt dat die vergoeding minimaal 70 procent van het kale leveringstarief moet zijn. Maar in afwachting van een nieuwe Energiewet geldt die leidraad niet meer. En daar maken energiebedrijven handig gebruik van door consumenten een lagere vergoeding te betalen."
Afbeelding via Eneco
