ATI versus nVidia: performance bij DirectX 10

ATI en nVidia

Aan de verschillende kaarten hebben we op Hardware.Info ruim aandacht besteedt. Een korte herhaling van de belangrijkste feiten kan echter geen kwaad. nVidia was de eerste die met een DirectX 10 compatible videokaart op de markt kwam. November vorig jaar introduceerde men de GeForce 8800 GTX. Hoewel er op dat moment nog geen DirectX 10 games waren, werd de kaart toch uitermate positief ontvangen. Bij bestaande DirectX 9 games bleek de GTX immers stukken sneller dan alle kaarten uit de vorige generatie. Naast de GTX kwam nVidia ook direct met een iets goedkopere GeForce 8800 GTS; deze had minder shader units aan boord en wat lagere klokfrequenties, zodat nVidia deze voor rond de 400 euro in de winkel kon leggen. Dat bleek nog altijd wat aan de dure kant voor het grote publiek, en daarom volgde men in februari van dit jaar van een GTS-variant die slechts 320 MB in plaats van 640 MB gfeheugen aan boord heeft. Deze GeForce 8800 GTS 320 MB kostte bij introductie rond de 300 euro en dat is voor een high-end kaart toch erg schappelijk! Geen wonder dat deze kaart al vanaf de introductie een ongekende populariteit kent en de GeForce 8800 GTS 640 MB inmiddels helemaal van het toneel heeft gedrukt.

De allereerste DirectX 10 kaart, nVidia GeForce 8800 GTX

In April kwam nVidia wederom als eerste met mid-range DirectX 10 kaarten. ATI's DirectX 10 line-up was op dat moment nog steeds niet verkrijgbaar. De GeForce 8600 GT en GTS zijn afstammelingen van de GeForce 8800 met minder shader units, minder geheugen en voornamelijk ook een minder hoog prijskaartje. GTS kaarten kregen bij introductie een prijs van iets boven de 200 euro, GeForce 8600 GT's werden met een gemiddelde prijs van rond de 150 euro nóg goedkoper. Direct introduceerde nVidia ook nóg goedkopere DirectX 10 kaarten; de GeForce 8500 GT, GeForce 8400 GS en GeForce 8300 GS. In eerste instantie waren de laatste twee puur voor OEM-klanten bestemd, maar inmiddels is die GeForce 8400 GS ook los verkrijgbaar.

Dankzij de GeForce 8600 waren er in april eindelijk ook betaalbare DirectX 10 kaarten.

We moesten tot mei wachten voor een antwoord van ATI. Vlak voor de introductie van de concurrerende DirectX 10 kaart kwam nVidia echter nog snel met de GeForce 8800 Ultra op de proppen; een kaart met dezelfde chip als de GTX, alleen dan met hogere kloksnelheden, te behalen door een grotere koeler. Het inmiddels door AMD overgenomen ATI kwam vlak daarna eindelijk met de Radeon HD 2900 XT. Sneller dan de GeForce 8800 GTX en Ultra bleek deze kaart niet, maar ATI bood wel een aantal unieke eigenschappen - waaronder de ondersteuning voor HDMI inclusief audio - en een prima prijs/prestatie-verhouding. 2900 XT's liggen immers in de winkel voor minder dan 400, en bleek bij de benchmarks op dat moment een stuk sneller dan nVidia's GeForce 8800 GTS. ATI's mid-range en budget DirectX 10 kaarten, de Radeon HD 2600 en HD 2400, verschenen uiteindelijk in juli en daarmee had ook ATI eindelijk nieuwe kaarten op alle prijspunten.

Op ATI's Radeon HD 2900 XT hebben we veel te lang moeten wachten. Toch waren we best enthousiast!

In de gelinkte artikelen vind je alle (technische) informatie over de genoemde kaarten. In onderstaande tabel zie je de belangrijkste specificaties nog eens overzichtelijk onder elkaar.