Philips 56PFL9954H Cinema 21:9 test

Kleurweergave

In het verleden zijn wij vaak zeer kritisch geweest over de beeldkwaliteit van Philips TV's. Apparaten van Neerlands trots blonken vaak uit in allerhande ‘beeldoptimalisaties' die de beeldkwaliteit opjectief gezien juist geen goed deden, terwijl geavanceerde instellingen in de normale gebruikersmenu's juist ontbraken. Daarnaast bleek keer op keer dat Philips TV's zowel bij SDTV als HDTV bronnen bijzonder matig scoorden op het vlak van deinterlacing van zowel TV als filmbeelden.

Gelukkig heeft Philips op dit punt grote stappen in de goede richting gemaakt. Uiteraard zit ook de 56PFL9954H nog steeds bomvol met allerhande snufjes voor ‘beeldverbetering', maar voor liefhebbers van pure beeldkwaliteit die zijn gelukkig allemaal uit te zetten. Daarnaast bevat deze TV ook meer mogelijkheden om handmatig aanpassingen aan het beeld te maken, al loopt Philips op dit punt ver achter op bijvoorbeeld Samsung en LG. Philips kiest er nog altijd voor om de menu's vooral simpel en overzichtelijk te houden en gebruikers niet lastig te vallen met geavanceerde (kleur)instellingen. Bij veelverkochte modellen in de kleinere maten valt daar wat voor te zeggen, maar een model voor liefhebbers zoals de 56PFL9954H zouden wij graag toch wat meer controle over grayscale en kleurweergave willen.

Maar zoals gezegd is er op dat vlak al veel verbeterd en bovendien laat de 56PFL9954H standaard uit de doos al een prima beeld zien. Wanneer de TV voor het eerst opgestart wordt, krijg je als gebruiker een aantal split-screen beelden te zien waarbij je steeds tussen links en recht dient te kiezen om een aantal instellingen met betrekking tot helderheid, contrast, scherpte en kleurweergave te kiezen. Deze procedure is sinds enige tijd standaard in Philips TV's en werk in de praktijk prima, niets dan lof hiervoor.

De testprocedure

Wij hebben de Philips 56PFL9954H getest met een X-Rite i1 Display2 colorimeter in combinatie ColorHCFR software. Wij hebben gekozen voor de i1 Display 2 omdat na uitgebreid onderzoek is gebleken dat deze bij lage lichtintensiteit superieur is aan de eveneens populaire Spyder 2 en 3 meters van Datacolor die onder de 1 cd/m2 erg onnauwkeurig blijken te zijn.
De TV is tijdens de tests aangesloten op een Sony BDP-S5000 Blu-ray speler voorzien van een Blu-ray schijf met testbeelden. Anders dan bij monitortests waarbij we een PC gebruiken als beeldgenerator is het namelijk van belang om een televisie te voeden met een signaal in YUV formaat, of van een RGB signaal met een range van 16-235. Zouden we de TV op de PC aansluiten, dan zou een RGB signaal met een range van 0-255 aangeboden worden, wat bij sommige TV's tot ongewenste resultaten zou leiden. Na de test met de standaardinstellingen hebben we de TV ook getest in de ‘cinema' beeldmodus. Vervolgens hebben we de TV middels de instellingen die in de gebruikersmenu's voorhanden zijn, zo goed mogelijk afgesteld.

Standaard

Standaard uit de doos meten we bij 100% wit een helderheid van 351 cd/m2 bij een kleurtemperatuur 10214 Kelvin, wat betekent dat het beeld blauw en 'koud' overkomt. Zwart heeft een helderheid van 0,376 cd/m², wat het on-off contrast op een respectabele 934:1 brengt.

De helderheidscurve laat zien dat het beeld met name in het lage-middengebied té helder is.

De gammacurve onderschrijft dat: bij 50% helderheid is de gammawaarde gezakt tot 1,45, waar 2,2 gewenst is.

Zoals de hoge kleurtemperatuur reeds deed vermoeden, bevat het beeld standaard over de hele linie teveel blauw en te weinig rood. Hierdoor is de Delta E score, welke de kleurafwijking aangeeft, overal boven de negen, waardoor deze buiten het bereik van de grafiek valt.

Cinemastand

Dat de TV met de standaardinstellingen geen hoge ogen scoort is niet verwonderlijk, deze setting is vooral bedoeld om het apparaat met een zo helder mogelijk beeld te laten opvallen in de winkel. Vrijwel alle televisies hebben tegenwoordig een 'movie' of 'cinema' preset voor de beeldinstellingen en deze komt over het algemeen veel beter in de buurt van wat technisch gezien kan worden als een 'goed' beeld.

In het kort de scores die we noteren in de Cinema stand: wit 351 cd/m², kleurtemperatuur 6646 Kelvin, zwart 0,392 cd/m², contrast 819:1

In Cinema modus geldt dat het beeld nog altijd té helder is over een groot deel van het grijsverloop, maar in mindere mate dan bij de standaardinstelling.

De gammawaarden liggen over het gehele bereik aan de lage kant, met een dip bij 100% helderheid.

Waar de kleurtemperatuur bij de 'standaard' preset overal boven de 10000 Kelvin ligt, zien we in de cinemastand dat de temperatuur nog altijd boven de gewenste 6500 Kelvin ligt, maar er wel veel dichter in de buurt komt.

De lagere kleurtemperatuur zorgt er voor dat blauw niet langer oververtegenwoordigd is, maar dat het met name rood is waar het aan schort.