nVidia GeForce GT 220 test

Inleiding

Naast de introductie van de Radeon HD 5770 en 5750 gisteren, werden er deze week nog twee andere videokaart geïntroduceerd. Afgelopen maandag bracht nVidia de 'nieuwe' GeForce GT 220 en GeForce 210 uit. Nieuw tussen aanhalingstekens, want de betreffende kaarten zijn al een maand of twee beschikbaar voor grote systeembouwers en zodoende is het enige verschil dat de kaarten sinds deze week ook los verkocht worden. Beide kaarten zijn gericht op de budgetmarkt: een GT 220 koop je voor rond de 60 euro, een 210 al voor minder dan circa 40 euro. Nieuw is ondermeer de ondersteuning voor DirectX 10.1, de DirectX variant waarvan nVidia ons al ruim een jaar vertelt dat die in hun ogen totaal niet ter zaken doende is. Gigabyte stuurde ons een GeForce GT 220 kaart om kennis te maken met deze nieuwe chip.

GT216 en GT218

De GeForce GT 220 en 210 maken respectievelijk gebruik van de GT216 en GT218 GPU's, nVidia's eerste 40 nm chips die zo'n twee maanden geleden beschikbaar kwamen voor OEM's en nu voor de losse verkoop. Je vraagt je af waarom nVidia nu pas 40nm producten naar de losse verkoop brengt. Aan de chipfabriek kan het niet liggen, want nVidia heeft dezelfde productiepartner als ATI (TSMC in Taiwan) en laatstgenoemde introduceerde in April dit jaar al de eerste 40 nm GPU in de vorm van de RV740, welke gebruikt wordt op de Radeon HD 4770 kaart.

De GeForce GT 220 wordt gepositioneerd tussen de GeForce 9500 en 9600. De GT216 chip heeft 48 shader units aan boord, door nVidia tegenwoordig 'Cuda cores' genoemd. Ter vergelijking: de in februari 2008 geïntroduceerde GeForce 9600 heeft 64 shader units, de GeForce 9500 heeft er 32. GeForce GT 220 kaarten kunnen worden voorzien van 512 MB of 1 GB GDDR3 of goedkoper (en langzamer) standaard DDR3 geheugen. Om de prijs laag te houden is de keuze voor de kaart fabrikant in de regel 512 MB snel GDDR3 of 1 GB langzaam DDR3. Het staat de nVidia partners zelf vrij om de klokfrequenties te bepalen. Als standaard geeft nVidia aan: 625 MHz voor de GPU, 1360 MHz voor de shaders en 790 MHz en 1012 MHz voor DDR3 of GDDR3 geheugen. Naar verluidt bevat de GPU in totaal zo'n 486 miljoen transistors en meet de chip 100 mm². nVidia's GeForce GT 220 referentiebord verbruikt volgens opgave maximaal 58 Watt en is idle super zuinig: 7 Watt.

De GT218 chip die de basis vormt voor de GeForce 210 kaarten bevat slechts 16 shader units. Deze videokaarten zijn zodoende qua prestaties te vergelijken met integrated oplossingen. De GeForce 210 moet de GeForce 8400 GS langzaam gaan opvolgen. De geheugenhoeveelheid is door nVidia vastgesteld op 512 MB, partners hebben de keuze tussen DDR2 en DDR3. Standaard klokfrequenties zijn 589 MHz voor de GPU, 1402 MHz voor de shaders en 500 MHz (DDR2) of 800 MHz (DDR3) voor het geheugen.