Logitech Z-5500 vs. Sony HT-AS5 review

Home cinema systemen

Wie echt het beste wil op het gebied van surroundgeluid, haalt een aparte AV-receiver en een set speakers in huis. Natuurlijk kan je hier zoveel investeren, als je zelf wilt - en je budget toelaat - maar vanaf zo'n 1000 euro haal je een heel aardige instapset in huis. Dan heb je in ieder geval een apparaat met een flinke hoeveelheid ingangen, zodat je al je apparatuur (pc of notebook, televisie, settopbox, game console, harddisk recorder, etc.) kan aansluiten en speakers met een behoorlijke klankkast. Bovendien kan je alle gangbare surround codecs afspelen, van eenvoudige Dolby Digital tot DTS-HD Master Audio.

Een goede set met aparte componenten begint met een receiver. Deze Onkyo TX-SR608 is niet voor niets populair: zeer complete specificaties voor een alleszins behapbaar bedrag.

Niet iedereen wil zo'n bedrag neerleggen en gelukkig valt er ook genoeg te kiezen in de productgroep home cinema systemen. Complete sets met, meestal in één behuizing, een optisch loopwerk en een versterker en daarnaast een set 2.1, 5.1 of zelfs 7.1 speakers. Helaas geldt voor audio-apparatuur dat de 'Wet van Moore' niet opgaat. Met andere woorden, hoewel er steeds scherpere aanbiedingen lijken te komen (een complete set haal je al voor zo'n 250 euro in huis met sommige aanbiedingen), worden die maar zeer gedeeltelijk mogelijk gemaakt door goedkopere chips en processors in de versterker - de rest van de 'korting' kan alleen door kostenbesparingen op materiaal en omvang gemaakt worden. Laten materiaal en omvang nu net bepalende factoren zijn voor de geluidskwaliteit van speakers... Grof gezegd - met een verzoek om vergiffenis aan de echte audio-liefhebbers - zijn er twee manieren om speakers met  'goed geluid' te produceren: een flinke omvang van de behuizing, óf een zeer ingenieus geconstrueerde, kleinere behuizing, al dan niet met toevoeging van een flinke hoeveelheid dure elektronica om de gebreken van de behuizing te maskeren met behulp van digitale signaalverwerking. Aan de versterkerkant geldt hetzelfde: een flink vermogen is de eenvoudigste manier om ook bij laag volume het hele frequentiebereik weer te geven, terwijl een ingenieuze constructie van de circuits ook met een veel lager vermogen hoge kwaliteit kan produceren. In beide gevallen geldt uiteraard dat de kwaliteit van de afzonderlijke onderdelen een beslissende factor is.In de regel kan je stellen dat duurdere sets beter zijn, al zijn er natuurlijk (grote) verschillen tussen sets, zowel binnen een prijsklasse als daartussen. Een goedkope set kan positief verrassen, een duurdere kan tegenvallen.

Een home cinema set met 5.1 speakers voor minder dan 100 euro? Het kan.

Wie tussen de regels door heeft gelezen, begrijpt dat je niet teveel moet verwachten van een 'goedkope' home cinema of speakerset. Dat wil niet zeggen dat zo'n set onder alle omstandigheden slecht is of niet aan te bevelen - uiteindelijk telt de verwachting van de koper en het doelgebruik. Ook een setje van 250 euro geeft een betere beleving van een actiefilm dan de speakers die in de meeste televisies zijn ingebouwd, of de goedkope stereo pc-speakersets die je het meest prominent in de winkel aantreft. Wie echter wat kritischer is, zal al snel vallen over iele hoge tonen, afwezige middenfrequenties en bonkende bassen.

Als je je pc of laptop als voornaamste bron van geluid gebruikt, heb je wellicht geen behoefte aan een aparte versterker met veel ingangen, of aan een apart loopwerk voor Blu-ray of DVD. Je wilt vermoedelijk gewoon een speakerset die kamervullend geluid biedt zonder vervorming bij een normaal luistervolume, een of twee extra ingangen voor een settopbox of een mp3-speler - en een prijs die geen hap neemt uit je budget voor een nieuwe videokaart of processor. Dat is de doelgroep van Logitech's Z-5500 en feitelijk ook van de Sony HT-AS5, al is die laatste eigenlijk gericht op bezitters van een Blu-ray speler en een settopbox, die geen ruimte hebben voor een aparte versterker.