Bitfenix Prodigy: buitenbeentje

Testprocedure

Voor het testen van Mini-ITX behuizingen konden we niet onze standaard testopstelling gebruiken, die we sinds najaar 2011 in gebruik hebben. We daarom hiervoor een aangepaste testopstelling bedacht en uitgeprobeerd.

Zoals bekend bevinden zich in elke computer warmtebronnen die ervoor zorgen dat de temperatuur in de behuizing oploopt, wanneer deze niet voor voldoende ventilatiemogelijkheden zorgt. De grootste warmtebronnen binnen een krachtige PC zijn de processor en grafische kaart. Afhankelijk van het type kan een processor zonder veel moeite 90 tot 100 watt aan warmte produceren en bij nieuwe high-end processors kan dat zelfs oplopen tot 130 watt. Ga je de processor overklokken, dan kan het verbruik nog aanzienlijk stijgen. In een mini-ITX behuizing zal doorgaans een minder zware processor geplaatst worden, maar er bestaan ook mini-ITX borden voor Sandy Bridge-E processors met een TDP van 130 watt.

De tweede warmtebron is de grafische kaart. Een moderne high-end kaart zoals de GeForce GTX 580 heeft een maximaal opgegeven verbruik van 244 watt, terwijl dat voor GTX 590 zelfs 265 watt is. Een redelijke processor en videokaart kunnen samen dus zonder al te veel moeite zorgen voor een verbruik van 300 tot 350 watt, energie die vrijwel geheel in warmte wordt omgezet. Neem daarbij nog het verbruik van het moederbord, de harde schijf en een optische drive en de 400 watt komt al snel in zicht. Realistisch gezien zijn de meeste mini-ITX behuizingen niet geschikt voor dat soort videokaarten - ze hebben veelal geen ruimte voor een dubbel (laat staan triple-) slots videokaart en mini-ITX SFF/SFX voedingen kunnen zelden meer dan 600 watt leveren.

Om die reden beperken we de warmteproductie voor mini-ITX behuizingen tot 160 watt - meer dan de meeste mini-ITX behuizingen kunnen verwerken en nog altijd indicatief voor de koelprestaties van behuizingen die meer in hun mars hebben. Om de warmteafgifte stabiel en herhaalbaar te kunnen produceren hebben wij ervoor gekozen om te werken met twee controleerbare wamtebronnen van elk 80 watt. De keuze is daarbij uiteindelijk gevallen op het gebruik van professionele 40W gloeilampen. Met een efficiency van minder dan 3% geeft een 40 watt gloeilamp effectief zo’n 39 watt aan warmte af, en op een zeer constante manier. Onze testopstelling bestaat dan ook uit een defect moederbord waarop we vier fittingen hebben geschroefd met daarin vier gloeilampen.

Door twee of vier lampen te laten branden simuleren we een systeem dat bijna 80, respectievelijk bijna 160 watt aan warmte afgeeft. Op het geprepareerde moederbord hebben we ook een temperatuursensor gemonteerd waarmee we de temperatuur binnen de kast meten. Na de temperatuur te laten stabiliseren meten we deze bij een belasting van 80 watt om een midrange mini-ITX systeem te simuleren en bij 160 watt om een high-end systeem na te bootsen. Beide scenario’s voeren we uit met de in de behuizing aanwezige casefans op 12 volt en op 7 volt. Alle gemeten temperaturen worden genormaliseerd op een omgevingstemperatuur van 20 graden.

Geluidsproductie

We testen de geluidsproductie in een geluidsdichte box, waarin alle geluid boven de 17 dB(A) gedetecteerd kan worden. Voor alle duidelijkheid: standaard omgevingsgeluid is ongeveer 30 dB(A). In de behuizing plaatsen we een Scythe Big Shuriken 2 met een Scythe Slip Stream 120mm PWM fan, een FSP300-6GHS SFF voeding en een oude Hitachi 80GB 7200 rpm harde schijf. We testen iedere kast zonder dat de case fans draaien, om het dempend vermogen vast te stellen. Daarnaast testen we de totale geluidsproductie met de case fans op lage draaisnelheid (7V) en hoge draaisnelheid (12V).