12 micro-ATX behuizingen review: Klein maar fijn

Cooler Master Elite 342 en E343

Cooler Master stuurde ons twee micro-ATX-behuizingen, die intern identiek zijn op het frontje na. Toch blijkt er één significant verschil te zijn. Desalniettemin bespreken we ze samen. De E342 is marginaal strakker qua vormgeving, al zullen smaken verschillen welke de fraaiere is. Deze heeft een wat groter mesh-deel aan de voorzijde, met een aantal extra sleuven voor aanvoer van lucht. Deze behuizingen zijn met een gewicht van nog geen vier kilo de lichtste in de test; zelfs de aluminium Xigmatek weegt meer. Het staal is eigenlijk iets te dun en we treffen veel scherpe randen aan.

Beide behuizingen bieden extern twee 5,25” ruimtes en een 3,5” ruimte boven de frontaansluitingen: twee keer usb 2.0 en audio, naast een power- en reset-knop en een dummy waar vermoedelijk een usb 3.0 poort zou kunnen komen. Intern bieden ze zes 3,5” ruimtes, ruimte voor een 36 cm lange videokaart – daarvoor moet je wel de onderste hardeschijfkooi verwijderen en houd je effectief dus maar twee posities over. Wat ons betreft geen ramp. Voor de koeling is één 12 cm intake fan aanwezig. Er is ruimte voor een 9 cm outtake aan de achterkant en in het linkerzijpaneel.

De koelresultaten houden bij geen van de twee over, maar toch meten we bijna vier graden verschil op hoge draaisnelheid van de fan en ruim 7 op lage draaisnelheid, ten voordele van de Elite 342. De reden? Naast genoemde extra aanvoermogelijkheden is het stoffilter van dit model wat poreuzer en minder strak tegen het front geplaatst, met betere luchtdoorstroming tot gevolg. Een mooi voorbeeld dat een kleinigheid zo een paar graden koeling scheelt. Beide kasten vereisen een extra fan, idealiter twee vervangende fans, om optimaal hun werk te doen. Met een prijs rond de 35 euro behoren ze tot de allergoedkoopste in de test, maar echte aanraders zijn het zelfs voor dat bedrag niet. Van de twee is de Elite 342 wel duidelijk de betere keuze.

Cooler Master Elite 342

Cooler Master Elite 343