Windows en netwerken
De instellingen voor het maken van een netwerk met Windows 95, 98 of Millennium Edition zijn te vinden in het configuratiescherm, onder het icoontje ‘Netwerken’. Het configuratiescherm is te vinden onder Start => Instellingen => Configuratiescherm of bij een Engelse Windows versie onder Start => Settings => Control Panel.
Als we dan dubbelklikken op het icoontje ‘Netwerk’ (of ‘Network’) krijgen we een scherm als in onderstaande figuur voor ons. Vanuit hier wordt alles geregeld wat netwerken betreft. Ten eerste staan hier alle netwerkadapters genoemd (ook eventuele ISDN-adapters, aangezien die ook onder de categorie netwerkadapters vallen). Waarschijnlijk staat er ook nog iets in de geest van ‘Externe Toegangsadapter’, dit is een virtueel apparaat aangemaakt door Windows dat benodigd is voor het maken van een verbinding via een modem). Ook vinden we hier alle protocollen zoals we die behandeld hebben op de vorige pagina. De protocollen worden door een onduidelijk figuurtje aangegeven van twee kabeltjes die naar één ader lopen, de netwerkadapters (de hardware) wordt aangegeven met een groen insteekkaartje.
Clients
Naast de netwerkadapters en de protocollen vinden we in het overzicht ook twee nieuwe dingen: de zogenaamde ‘Services’ en de ‘Clients’. Met de Client wordt geconfigureerd in wat voor een netwerk de PC fungeert. Zo heeft Microsoft de ‘Client voor Microsoft-netwerken’ ingebouwd, maar is er ook ondersteuning voor Novell Netware-netwerken onder Windows met de ‘Client voor NetWare-netwerken’.
De tot nu toe behandelde Clients waren alle ontworpen door Microsoft, maar er zijn ook Clients ontworpen door andere bedrijven.
Zoals verderop zal blijken, is voor een normaal thuisnetwerk alleen de client voor Microsoft-netwerken voldoende.
Services
Het volgende onbekende wat we tegenkomen zijn de services. Standaard worden er maar drie bij Windows geleverd: ‘Bestands- en Printerdeling voor Microsoft-netwerken’, ‘Bestands- en Printerdeling voor NetWare-netwerken’ en ‘Service voor NetWare-directory diensten’. De laatste van de drie heeft wat uitleg nodig. Met ‘Service voor NetWare-directory diensten’ kunnen we verbinding maken met speciale Servers die eventueel verwerkt zijn in Novell NetWare netwerken. Wat wel leuk is om te zien, is dat als er ‘Bestands- en Printerdeling voor NetWare-netwerken’ of ‘Service voor NetWare-directory diensten’ wordt geïnstalleerd, Windows ons dan meteen even helpt met het installeren van het IPX/SPX-protocol, wat immers nodig is voor het kunnen communiceren via Novell NetWare, zoals we gelezen hebben in de vorige pagina over protocollen. Het maken van een netwerk met Novell NetWare wordt verder niet behandeld in deze tutorial.
Indien u op uw thuisnetwerk bestanden en/of printers wilt delen, is de ‘Bestands- en Printerdeling voor Microsoft-netwerken’ meer dan voldoende.
Windows protocol-configuratie
Wat wel even nuttig is om te weten, is dat Windows protocollen inschakelt ‘over’ de apparaten. Dit wordt aangegeven met een ‘->’. Dit zien we ook in bovenstaande figuur. Aangezien we ook weten dat voor het internet alleen het protocol TCP/IP gebruikt wordt, is het dus niet nuttig (en zelfs alleen gevaarlijk, i.v.m. hackers) om andere protocollen geïnstalleerd te hebben. We kunnen dus elk ander protocol dan TCP/IP verwijderen dat over de ‘Externe Toegangsadapter’ ingeschakeld staat. Let wel op dat er wel andere protocollen gebruikt kunnen worden door netwerkadapters (in dit geval een ‘ND01X Eternet/Fast Ethernet PCI Bus Adapter’), deze dus NIET verwijderen!
Kort samengevat
Een kleine samenvatting: Om een netwerk werkende te krijgen zijn dus sowieso één protocol, één client en één adapter nodig in de configuratie van Windows. Een service is alleen nodig om als server te functioneren, dus om bestanden en printers te delen. Een service is daarom dus niet noodzakelijk om een PC te laten functioneren in een Windows-netwerk.
