De technologie van de Belkin-wielerploeg: een dag in de Tour de France

Inhoudsopgave
  1. 1. Inleiding
  2. 2. Fiets met accu
  3. 3. Meten is weten
  4. 4. In de auto
  5. 5. Meerijden op de fiets
  6. 6. Conclusie

Fiets met accu

In een moderne racefiets zit een accu. Die zit er natuurlijk niet om een wielrenner een duwtje in de rug te geven als het wat moeilijk gaat. Deze accu zorgt voor de aansturing van de versnellingen. Je ziet bij de fietsen van de wielrenners geen kabels meer lopen van de remgrepen naar de derailleurs, alleen nog maar naar de remmen. Schakelen gaat voor het overgrote deel nog altijd mechanisch. Dat wil zeggen dat er bij de achteras en de trapas nog altijd meerdere tandwielen zitten en dat het verleggen van de ketting ook nog altijd op dezelfde manier gebeurt. Het verschil tussen volledig mechanisch schakelen en elektromechanisch schakelen zit in de aansturing. De renner moet weliswaar nog altijd de remgreep naar binnen tikken om te schakelen, maar de elektrische variant 'pakt' iets sneller en de renner hoeft niet te 'zoeken' naar het exacte punt waarop het schakelen een feit is. Dit zou in theorie moeten leiden tot sneller schakelen.


De accu die in de zadelpen verstopt zit.

De accu is overigens netjes verwerkt in de fiets. In de zadelpen, om precies te zijn. Het is een exemplaar van 500 mAh. Gevraagd naar hoe lang hij meegaat, kregen we geen eenduidig antwoord, maar wel dat ze hem niet helemaal leegrijden. De accu wordt over het algemeen weer opgeladen ruim voordat er een rood lampje zichtbaar is. Op dat moment zou de accu nog zo'n 1000 km mee moeten kunnen, zo is ons verteld. Hieruit kunnen we opmaken dat je met een enkele acculading vele duizenden kilometers moet kunnen doen. Dit is uiteraard wel afhankelijk van het soort ritten dat er gereden wordt: in de bergen schakelen renners veel meer dan op het vlakke.

Advertentie
0