Samsung Galaxy TabPro 8.4", 10,1" en Tab S 8.4", 10.5" review

PenTile en RGB

Hét punt waarop de TabPro-lijn verschilt van de Tab S-lijn is natuurlijk het scherm. Waar de TabPro's een PLS-paneel hebben, zijn de Tab S 8.4" en 10.5" voorzien van een Super Amoled-scherm. Dat type scherm gebruikt Samsung al geruime tijd in high-end smartphones, maar op tablet-formaat hebben we dit nog niet eerder gezien. Enkele jaren geleden was er al eens de Galaxy Tab 7.7 (met een Super Amoled Plus-paneel), maar 8,4 en 10,5 inch is nog niet eerder vertoond. Daar komt bij dat de Galaxy Tab 7.7 erg duur was, terwijl Samsung de prijs voor de Tab S-modellen behoorlijk laag heeft weten te houden.

Hieronder kun je de subpixelstructuur zien van de panelen in de vier tablets in deze review. We hebben hier te maken met vier verschillende soorten display. De TabPro's gebruiken weliswaar beide een IPS/PLS-paneel, maar bij de 10.1 zien we dezelfde structuur als bij de NotePro 12.2, namelijk RGBW, een PenTile-indeling. De extra witte subpixel laat het licht van de backlight ongehinderd passeren. Hierdoor kan een bepaalde helderheid bereikt worden aan een lager stroomverbruik vergeleken met een paneel die deze technologie niet gebruikt.

De Galaxy TabPro 8.4" heeft een IPS/PLS-scherm met een RGB-subpixelstructuur

Bij de Galaxy TabPro 10.1" is duidelijk de extra witte subpixel te zien, die zorgt voor een lager stroomverbruik, maar een iets minder scherp plaatje.

De TabPro 8.4" gebruikt wel 'gewoon' een IPS/PLS-paneel met een RGB matrix. Waarom Samsung ervoor heeft gekozen om alleen de kleinste uit te rusten met dit type paneel, is op zich wel te verklaren. Een groter paneel verbruikt meer stroom, dus alle winst die er op dit punt te behalen is, is meegenomen. Aan de andere kant, RGBW zorgt wel voor een minder scherp plaatje, dus dan is het juist niet handig om dit toe te passen op een groter scherm, waar de weergave sowieso al minder scherp is (mits de resolutie hetzelfde is uiteraard): 299 ppi voor de TabPro 10.1" en 359 ppi voor de TabPro 8.4". In de praktijk is het paneel van de TabPro 8.4" duidelijk scherper dan dat van de TabPro 10.1". Hoeveel ervan er op het conto van de RGBW-subpixelindeling is te schrijven, kunnen we natuurlijk niet exact bepalen, maar het speelt zeker een rol.

De Galaxy Tab S 8.4" met de duidelijke RGBG-structuur in diamantvorm.

Goed, nu naar de Super Amoled-schermen in de Tab S 8.4" en 10.5". De kleinste van de twee heeft een RGBG-diamantstructuur. Dit is dus ook PenTile, dus er zijn 1/3 minder subpixels nodig om een paneel te maken dan wanneer je het volgens de RGB-structuur doet. Dit type PenTile heeft op de beeldscherpte niet bijzonder veel invloed op dit formaat. Wel valt het ons op dat groen sterk overheerst en dat de kijkhoeken van dit scherm niet bijzonder goed zijn. Dan wordt de groene waas alleen nog maar duidelijker zichtbaar. Je ziet dit met name goed op witte ondergronden.

De Galaxy Tab S 10.5" heeft een RGB-structuur, maar wel met langwerpige blauwe subpixels.

De Tab S 10.5" heeft een Super Amoled-scherm met een RGB-structuur, maar dan met langwerpige blauwe subpixels. Vergeleken met rode en groene subpixels is er er meer energie nodig om dezelfde helderheid uit blauwe subpixels te krijgen. Door de blauwe iets anders vorm te geven, wordt dit ondervangen. Het plaatje dat dit paneel oplevert, is erg fraai. We hebben er eigenlijk niets op aan te merken.