Verschillende soorten elektrameters
Er zijn steeds meer apparaten die elektraverbruik in kaart te brengen. De eenvoudigste zijn stekker-adapters die je in een normaal stopcontact steekt en waarop één apparaat aangesloten wordt, waarvan vervolgens het gebruik wordt gemeten. In sommige gevallen is het mogelijk meerdere van dit soort stekker-adapters gezamenlijk uit te lezen om zo meerdere apparaten te monitoren, maar deze oplossing blijft gebaseerd op het meten van individuele apparaten.
Daarnaast bestaan er systeemmeters die in de meterkast geplaatst worden en het verbruik van het complete huishouden monitoren. Een systeemmeter is niet hetzelfde als een slimme energiemeter. Die laatste zijn de digitale meters die voor de analoge draaischijfmeters of pulsmeters van het energiebedrijf in de plaats komen. Veel nieuwbouwhuizen hebben er al een in de meterkast hangen. De systeemmeter is een ‘laag’ bovenop de (slimme) meter van het energiebedrijf, hij leest met de meter mee. Het biedt huishoudens de mogelijkheid om het energieverbruik in huis te analyseren.
Een systeemmeter wordt in de meterkast geplaatst om zo het totaalverbruik van heel het huis te meten
Beide hebben hun eigen voor- en nadelen. Met een stekkeradapter is van één apparaat heel specifiek te meten hoeveel het verbruikt. Handig wanneer je wilt zien wat bijvoorbeeld het standby-verbruik van de televisie is, of hoeveel energie de koelkast nou gedurende een week verbruikt. De meeste stekkeradapters kunnen behalve het actuele verbruik in watt, ook het totaalverbruik over een bepaalde periode in kWh tonen. Nadeel is echter dat je maar één apparaat tegelijk in de gaten kunt houden met zo’n meter.
Systeemmeters die in de meterkast geplaatst worden, houden daarentegen het totaalverbruik van alle apparaten in huis bij. Handig om te zien wat het vervangen van gloeilampen door LED-verlichting na verloop van tijd oplevert, maar minder geschikt om het verbruik van individuele apparaten nauwkeurig in kaart te brengen.