Acer Aspire TC780 en Akoya P5133D review: 600 euro systemen

Inleiding

Geen zin om te schroeven en geen bijzondere eisen? Dan kan een compleet systeem een interessante optie zijn. We bekijken een tweetal modellen: de Acer Aspire TC780 I6610NL en de Medion Akoya P5133D. Beide kosten zo rond de 600 euro en zijn gebaseerd op een Core i5.

Het voordeel van zelf een systeem bouwen is natuurlijk dat je de volledige controle hebt over de onderdelen. Niet alleen kan je de configuratie perfect afstemmen op je eisen en gebruiksdoel, ook heb je de mogelijkheid om binnen je budget nog wat te schuiven met de keuzes. Je kan wat beknibbelen op de processor om een wat grotere SSD mogelijk te maken, of een snellere videokaart, bijvoorbeeld. Als je budget echt beperkt is, heb je minder schuifmogelijkheden en kan het zelfs zo zijn dat je voordeliger uit bent met een kant-en-klaar systeem van een grote fabrikant, die immers voordeliger kan inkopen. Voor dit artikel kijken we naar twee van dat soort betaalbare systemen, een van Acer en een van Medion.

Beide zijn gevat in een traditionele midi tower behuizing. Het zijn geen opvallende machines, al is de behuizing van de Acer duidelijk met wat minder recht-toe-recht-aan dan de Medion. Voor de techniek zijn de fabrikanten behoorlijk eensgezind. Beide systemen zijn gebaseerd op een Intel Core i5-6400 processor. Dat is een quad-core model uit de Skylake-generatie, met een klofrequentie van 2,7 GHz en een turbo van 3,3 GHz. Deze processor is voor de meeste toepassingen meer dan snel genoeg, en - vermeldenswaard - aanmerkelijk sneller dan de U-serie i5's die je tegenwoordig in notebooks aantreft. 

Kijken we nog even naar de buitenzijde van de systemen, dan zijn ze voorop in elk geval basaal uitgevoerd. Achter een klepje aan de voorkant van de Medion vind je twee USB 3.0-aansluitingen, een SD-kaartlezer en een microfoon en hoofdtelefoonaansluiting. Acer biedt dezelfde aansluitingen, maar dan niet achter een klepje verborgen. Bouw je zelf een systeem, dan zal je een SD-kaartlezer niet snel aantreffen in een behuizing, en steeds meer modellen bieden daar zelfs geen ruimte voor. Toch een klein pluspunt voor deze kant-en-klare modellen.

Van achter zijn beide niet heel bijzonder.

Ook achterop hebben beide merken het bij basisaansluitingen gehouden. Een aparte videokaart in bij Acer noch Medion aanwezig, dus voor alle aansluitingen kan je terecht op het IO-paneel. Medion heeft zowel een HDMI als een VGA-aansluiting aangebracht, Acer heeft gekozen voor twee keer HDMI. Anno 2016 heeft dat laatste wat ons betreft de voorkeur, maar als je nog een antiek beeldscherm of projector wilt verbinden, kan je beter voor Medion kiezen: de kwaliteit die een verloop van HDMI naar VGA (externe DAC) biedt is immers onvoorspelbaar.

Verder biedt Acer maar een armzalige USB 3.0-aansluiting aan de achterkant. Medion geeft je er tenminste nog twee, maar dit houdt natuurlijk niet over. Van Acer krijg je dan drie keer USB 2.0, Medion houdt het bij twee. Wederom geen vetpot. Drie audio-aansluitingen hebben ze alle twee en uiteraard is ook een vaste netwerkaansluiting aanwezig. Gelukkig is het in beide gevallen een gigabitaansluiting, aangestuurd door een Realtek-chip. Medion heeft geen WiFi ingebouwd, wat voor veel gebruikers van dit soort systemen toch een gemis zal zijn. Acer heeft hier wel aan gedacht, in de vorm van een instap-adapter van Intel, die een snelheid van 433 Mbit biedt via 802.11ac. Dat volstaat in elk geval voor een beetje internetten.