AMD A12-9800 Bristol Ridge APU (socket AM4) review

Conclusie

Om te beginnen een disclaimer: de geteste hardware is officieel nog niet verkrijgbaar en de stabiliteit bleek soms de nodige uitdagingen op te leveren. We verbinden er vooralsnog geen harde conclusies aan, maar deze test schetst wel een duidelijk beeld van wat we mogen verwachten.

Laten we maar meteen met de deur in huis vallen: waar het dit jaar écht om draait bij de CPU-tak van AMD is natuurlijk Zen. Deze nieuwe architectuur op een veel kleiner productieprocedé moet de inmiddels forse gaten qua CPU-prestaties en efficiëntie in één keer gaan dichtlopen. Bristol Ridge is onder de motorkap nog steeds gebaseerd op Bulldozer en de pijnpunten van die architectuur komen in sommige tests opnieuw naar boven.

De Excavator-kernen in deze serie APU's zijn wat prestaties per kloktik betreft iets sneller dan de vorige generatie, maar doordat ze eigenlijk voornamelijk voor notebooks zijn bedoeld, vallen de kloksnelheden wat lager uit. Ten opzichte van de A10-7870K zien we door de hoge turbosnelheid een lichte verbetering in single-threaded benchmarks en door de lagere basisklokfrequentie juist nauwelijks vooruitgang bij multi-threaded applicaties.

Voor grafische prestaties hadden we door de upgrade naar de derde generatie GCN en de fors verhoogde kloksnelheid hogere verwachtingen. In specifieke tests, zoals 3DMark Fire Strike, wordt het potentieel duidelijk, maar in games vallen de resultaten toch enigszins tegen. Onvolwassen drivers zijn daar waarschijnlijk de oorzaak van - hier liggen voor de officiële lancering nog kansen. Het hardwarematig decoderen van H.265-video's is zeker een verbetering, maar de concurrentie ondersteunt dat vanaf de Kaby Lake-generatie ook volledig. Daardoor zijn er voor HTPC's inmiddels goedkopere opties.

Waar bij de vorige generatie vrijwel alle modellen een vrij instelbare multiplier hadden, is de nieuwe A-serie APU's niet langer over te klokken. Mogelijk mede daardoor is het ook niet mogelijk om DDR4-geheugen op meer dan 2400 MHz te laten draaien, terwijl snel geheugen bij een APU die het werkgeheugen als videogeheugen gebruikt juist van pas zou komen.

Na bijna twee weken met het nieuwe AMD-platform te hebben doorgebracht, begrijpen we min of meer waarom de fabrikant geen enorme haast maakt met het uitbrengen van deze processors voor de retailmarkt. We verwachten overigens wel dat dit na de launch van Zen gaat gebeuren. Van de goedkoopste APU tot de duurste octa-core gebruikt AMD dan immers dezelfde socket, wat het aanbod eenduidiger maakt.

Gelukkig staat de opvolger van Bristol Ridge, Raven Ridge, alweer voor de deur: in de tweede helft van dit jaar komt de Zen-core daarmee naar de APU's. Volgens de geruchten mogen we dan tevens véél snellere geïntegreerde GPU's met tot wel dubbel zoveel rekeneenheden verwachten. Met Bristol Ridge en het socket AM4-platform zet AMD in ieder geval een moderne basis neer, maar waarschijnlijk kunnen we pas van de Raven Ridge-APU's écht enthousiast worden.