ASUS Crosshair VI Hero review: terug van weggeweest

Stroomvoorziening en overklokopties

Voor het overklokken is een goede stroomvoorziening belangrijk. Hiervoor is niet alleen het aantal fases van belang, maar ook de gebruikte componenten: de PWM-controller en de MOSFETs voorop. Naast de extra USB-poorten heeft het feit dat de ASUS Crosshair VI Hero de IGP van de APU's niet ondersteunt nog een voordeel, namelijk dat er geen fases hoeven te worden gereserveerd voor de GPU en er dus meer overblijven voor de CPU. De Crosshair VI Hero heeft twaalf fases, waarvan er acht voor de CPU en vier voor de SoC. 

Bij de Kaby Lake-generatie hebben we bij sommige Republic of Gamers-moederborden gezien dat de gebruikte PWM-controller een stapje terug was ten opzichte van de generatie daarvoor. Dit is echter niet het geval bij de Crosshair VI Hero. Hier wordt gewoon weer de Digi+ ASP1405 gebruikt, de rebrand-benaming die ASUS gebruikt voor wat hoogstwaarschijnlijk de  IR35201 van International Rectifier. Deze controller heeft een erg goede reputatie en wordt vaak gebruikt op overklokborden van verschillende merken. Ook de gebruikte MOSFETs staan als zeer goed bekend, dit zijn namelijk de Texas Instruments 87350D. Deze is echter niet terug van weggeweest: behalve de Strix-borden hebben we deze gezien op alle Kaby Lake ROG-borden.

Overklokopties

Zoals aangegeven is de Hero niet specifiek een bord voor die-hard overklokkers, en wordt het meer gericht op gamers en veeleisende gebruikers die ook willen overklokken. Hij heeft opvallend veel overklokopties voor een dergelijk bord. Vergeleken met de Maximus VIII Hero is de positionering van het bord (en de prijs) duidelijk verhoogd, zeker op dit vlak. Zo is er naast de standaard P8-connector een extra P4-connector aanwezig om de CPU van meer stroom te voorzien. 

Er zijn behoorlijk wat knoppen, wat gebruik hiervan op een testbench makkelijker moet maken. De knoppen voor aan/uit en reset zijn vanzelfsprekend aanwezig, en daarnaast heb je nog op het moederbord zelf een kop voor het wissen van de BIOS. Deze mogelijkheid vind je ook op het I/O-paneel, samen met een BIOS Flashback mogelijkheid. Verder heb je een Retry knop, die met dezelfde instellingen opnieuw probeert op te starten, en een safe boot knop, die zonder de huidige overklokinstellingen te wissen met de standaardinstellingen probeert op te starten. Verder beschik je over een slow switch, waarmee het systeem zichzelf terugklokt en op een lage kloksnelheid en een laag voltage draait, zodat het bij extreem overklokken niet vastloopt op het moment dat je een screenshot wilt gaan maken.

Verder heb je zowel een HEX-scherm als LEDs voor probleemdiagnose. De LEDs hebben verschillende kleuren, zodat je direct kan zien welk onderdeel niet goed functioneert, de CPU, het geheugen, de videokaart of het storage-apparaat. 

Een van de nieuwe mogelijkheden die ASUS sinds Kaby Lake biedt op sommige moederborden is de waterkoeling-detectie. Er zijn drie headers, een W_IN en W_OUT header en een flowmeter, waarmee je de temperatuur van het water dat de koeling ingaat en uitgaat meten, en de snelheid waarmee het water loopt. 

Ook heeft de Hero voltagemeetpunten, hoewel dit helaas wel soldeerpunten zijn, zodat het niet mogelijk is om er een multimeter in vast te zetten. Dit is trouwens standaard bij high-end ASUS-borden: we zagen hetzelfde bij de Maximus VIII Extreme.

Tot slot de fanaansturing. De Hero heeft zeven fanheaders, die uiteraard ook allemaal PWM ondersteunen. Alle fans kunnen maximaal 12 watt leveren, met uitzondering van de waterpompheader, die 36W aankan. Naast de 4-pins fanheaders kan de 3-pins flowmeter trouwens ook gebruikt worden als fanmeter, maar die ondersteunt dan geen PWM.