Architectuur
Traditiegetrouw loopt de high-end serie een architectuur achter op het mid-range platform. Waar er voor socket 1151 al bijna een half jaar Kaby Lake-processors te koop zijn, was de high-end serie toe aan de overstap van Broadwell naar Skylake. Net als de voorgaande serie worden de processors gebakken op een 14nm-productieproces, maar onderliggend zijn er in de cores een aantal zaken veranderd waardoor de IPC - het aantal instructies dat per kloktik kan worden verwerkt - met ongeveer 8 procent is toegenomen. In onze Skylake architectuur review hebben we eerder uitgebreid besproken hoe die relatief kleine prestatieverbetering precies tot stand komt.
Skylake-X is voornamelijk een schaalvergroting van de Skylake-serie die we kennen van socket 1151. Het resultaat: meer cores, meer geheugenkanalen en meer PCI-Express-lanes. Op het gebied van cache pakt Intel het anders aan dan we tot nu toe gewend zijn, wat resulteert in enigszins opmerkelijke hoeveelheden cachegeheugen. Per core is er ten opzichte van de vorige generatie véél meer L2-cache aanwezig: in plaats van 256 kB maar liefst 1 MB per core. Daar staat tegenover dat de L3-cache is geslonken van 2,5 MB per core naar 1,375 MB per core. Deze verschoven balans tussen de L2- en L3-cache moet zorgen voor een hogere hitrate in de L2-cache en dus betere prestaties.
Een die-shot van het 18-core topmodel uit de Skylake-X-serie.
De nieuwe processorserie krijgt een nieuwe socket, waar intern aan wordt gerefereerd als socket R4. In de praktijk zal hij al snel socket 2066 worden genoemd, naar het aantal pinnetjes dat deze processorvoet bezit. Alle nieuwe processors, van de quadcores die onder de Core i5-vlag worden uitgebracht tot het 18-core topmodel, zullen werken in socket 2066. Net als bij Broadwell-E zit er een quad-channel DDR4-geheugencontroller in de CPU's, maar dit keer is de officiële maximumsnelheid 2666 MHz. Bij de vorige generatie was dat nog 2400 MHz.
Een andere verbetering is de upgrade naar DMI 3.0 voor de interface tussen de processor en de chipset. De totale bandbreedte is nu bijna 4 GB/s, waardoor er veel PCIe-lanes uit de chipset beschikbaar zijn voor storage-doeleinden en bijvoorbeeld extra USB-controllers. Dat laatste zal helaas nog nodig zijn met de X299-chipset, want zaken als USB 3.1 en Thunderbolt behoren nog niet tot de standaard features. Naar verluidt zal dat bij de volgende generatie wel het geval zijn, maar AMD biedt met Ryzen al vanaf het begin native USB 3.1-poorten. Ten slotte biedt de X299-chipset ook ondersteuning voor Intel Optane.