ASUS Prime X399-A vs. Gigabyte Aorus X399 Gaming 7 review: betaalbare Threadripper-borden

Lay-out en functionaliteit

Kenmerkend voor het X399-platform is de enorme sloot aan beschikbare PCI-Express-bandbreedte. De Threadripper-CPU's beschikken over maar liefst 64 PCIe-lanes, waardoor dit een ideaal platform is voor wie veel videokaarten wil combineren of tal van andere insteekkaarten gebruikt. Zowel ASUS als Gigabyte bieden dan ook vier PCI-Express 3.0 x16-sloten, al heeft alleen Gigabyte het bord laten certificeren voor 4-way SLI. Bij het ASUS-bord kun je maximaal drie videokaarten combineren; voor 99% van de gebruikers zal dat ook meer dan voldoen.

Bij Gigabyte zijn alle vijf de PCI-Express-sloten met metaal versterkt.

Op beide borden is een vijfde slot aanwezig, maar dat krijgt slechts vier PCIe 2.0-lanes uit de chipset en is derhalve ongeschikt voor videokaarten en andere bandbreedtehongerige toepassingen. Op het Gigabyte-bord is hij net als de andere sloten fysiek als x16-slot uitgevoerd en met metaal versterkt. Bij ASUS is hij duidelijk als x4-slot herkenbaar en die fabrikant heeft bovendien ook nog een extra x1-sleuf aangebracht.

Een wezenlijker verschil komen we tegen bij de geheugensloten. Uiteraard hebben zowel ASUS als Gigabyte acht stuks gemonteerd, maar alleen Gigabyte biedt ondersteuning voor ECC-geheugenmodules met foutcorrectie. Hoewel dat voor consumentengebruik niet zo belangrijk is, kan deze feature bij (semi-)professionele toepassingen wel van pas komen.

Op het gebied van storage heeft de Aorus Gaming 7 twee extra SATA600-poorten, namelijk acht tegenover zes stuks, en bovendien een derde M.2-slot voor snelle PCIe-SSD's. Wel is het juist ASUS dat als enige een U.2-poort biedt. SSD's voor die standaard zijn echter schaars - daar moet nodig verandering in komen, wil het SATA-Express niet achterna gaan.

Alleen ASUS biedt een U.2-poort, maar geen derde M.2-slot.

De stroomvoorziening van beide moederborden is grotendeels identiek: er zijn acht stroomfasen aanwezig, aangestuurd door een IR35201-controller. In het geval van ASUS wordt die gemarket als 'Digi+ ASP1405I', maar het gaat om dezelfde chip. Per fase is erop beide borden één IR3555M-mosfet aanwezig. Alleen ASUS heeft overigens een kleine ventilator geïmplementeerd - daar zijn we geen fan van, omdat die doorgaans veel geluid produceren en weinig effectief zijn.

Fanheaders zul je op deze X399-borden niet snel tekort komen: de ASUS heeft er zeven, de Gigabyte zelfs acht. Zaken als on-board probleemdiagnose, een powerknop en BIOS-profielen zijn universeel, maar Gigabyte onderscheidt zich met zijn dual-BIOS-functionaliteit. Op beide borden zitten ten slotte een tweetal RGB-headers.

De stroomvoorziening van beide moederborden is identiek.