AAA-batterijen
Vergeleken met AA-batterijen zijn AAA-exemplaren ongeveer een halve centimeter korter en dunner, wat resulteert in een netto inhoud die ongeveer de helft kleiner is. AAA-batterijen kunnen dus aanzienlijk minder energie bevatten dan penlites. AAA-batterijen worden daarom niet vaak gebruik in apparaten met een relatief hoog energieverbruik, zoals zaklampen of speelgoedauto’s.
In tal van compacte apparaten waar je de batterijen logischerwijs maximaal éénmaal per jaar zou willen vervangen, is AAA echter in opkomst. Een decennium geleden maakten afstandsbedieningen van televisies bijvoorbeeld nog vaak gebruik van AA batterijen, terwijl er nu voornamelijk AAA-modellen gebruikt worden, waardoor afstandsbedieningen platter (en lichter) kunnen zijn.
Alkaline of lithium
Hoewel alle AAA-batterijen er uiterlijk hetzelfde uitzien, kunnen ze heel anders werken. In alle gevallen hebben batterijen een plus- en een minpool, waarbij het door een chemisch proces in de batterij mogelijk is om elektronen van de minpool naar de pluspool te laten stromen en zo energie te leveren. Bij normale batterijen is dit chemische proces onomkeerbaar: eenmaal ontladen is het niet mogelijk om de batterij opnieuw van een elektrische lading te voorzien.
Bij onze test van AA-batterijen een jaar geleden kwamen wij bij het inkopen drie verschillende batterijtypes tegen: zink-kool, alkaline en lithium. Conclusie van onze test was toen dat zink-kool batterijen zodanig slecht presteren dat het eigenlijk nooit de moeite waard is om hiervoor te kiezen, terwijl lithiumbatterijen juist érg goed presteren, maar ook erg duur zijn. Alkaline-exemplaren zitten hier qua prestaties tussenin, terwijl de prijs van sommige alkalinebatterijen érg scherp is.
Bij ons inkooprondje voor AAA-batterijen voor deze test kwamen we eigenlijk alleen alkaline- en lithiumbatterijen tegen, zink-kool is daarom ook niet in deze test opgenomen.
Uiterlijk vrijwel gelijk, maar heel anders van chemische samenstelling. Links alkaline, rechts lithium.