Formfactor
De formfactor zegt iets over de fysieke grootte van een moederbord. Hierbij zijn standaardmaten gangbaar, waarvan atx, micro-atx (mATX of µATX) en mini-itx de bekendste zijn. De exacte afmetingen van deze standaarden zie je in de afbeelding hieronder, maar belangrijker is om te weten welke formfactors jouw behuizing kan huisvesten. Vrijwel altijd biedt een atx-behuizing de mogelijkheid om een kleiner moederbord te plaatsen, waarbij er extra schroefgaten op de achterplaat (in jargon: motherboard tray) beschikbaar zijn. Vanzelfsprekend zullen moederborden groter dan de maximaal ondersteunde formfactor niet passen. Je kunt een atx-moederbord dus niet kwijt in een mini-itx-behuizing.
De meest voorkomende formfactor voor moederborden is anno 2020 nog steeds atx. Van de beschikbare consumentenformaten hebben atx (305 x 244 mm) en e-atx (305 x 257-272 mm) de grootste afmetingen. De atx-standaard is al in 1995 door Intel uitgebracht. Het grotere e-atx is gezamenlijk door Asus en SuperMicro ontworpen en biedt met de toegenomen breedte ruimte voor meerdere processorsockets. De specificatie van deze twee fabrikanten is gebaseerd op een breedte van 330 mm, maar in de praktijk hebben moederborden op de e-atx formfactor een breedte tussen de 257 en 272 mm.
De meest gangbare formfactors op elkaar gelegd. Van groot naar klein e-atx (305 x 257-272 mm), atx (305 x 244 mm), micro-atx (244 x 244 mm) en mini-itx (170 x 170 mm).
De micro-atx-formfactor is beperkter in formaat dan atx, met name in de hoogte. Deze standaard komt uit op 244 x 244 mm en kwam in 1997 eveneens uit de stal van Intel. Moederborden van dit formaat zijn zowel in een behuizing voor micro-atx als voor ‘gewoon’ atx te gebruiken, doordat de schroefgaten voor bevestiging overeenkomen. Micro-atx heeft ruimte voor vier (pci-e-)uitbreidingssloten en eveneens vier geheugensloten.
Mini-itx is de kleinste formfactor voor de meeste zelfbouw-pc’s en meet 170 x 170 mm. Deze formfactor is in 2001 bedacht door VIA. Bij dit formaat zorgen de fysieke beperkingen ervoor dat er ruimte is voor maximaal twee dimm-geheugensloten (of soms zelfs sodimm, met uitzonderlijk vier sloten) en maximaal één pci-e-slot. Vooral bij de beperking van deze geheugensloten is het goed om vooraf te bedenken of je het geheugen later wilt kunnen uitbreiden. Naast (micro-)atx en mini-itx zijn er in de loop der jaren nog talloze andere formfactors opgekomen. Deze formfactors zijn vandaag de dag echter niet (meer) relevant en voor vrijwel elke consument minder logische keuzes. Daarom bespreken wij in dit artikel alleen de hierboven genoemde formaten.