Arm heeft de volgende generatie Neoverse-cores aangekondigd die de mogelijkheden van cloudcomputing, hpc en hyperscale nog verder moeten opvoeren. De cores zijn onderverdeeld over de V-, N- en E-series en onder andere Nvidia werk al aan een cpu met de nieuwe tech van de processorontwerper. Het doel van de nieuwe generatie is niet alleen een betere performance, maar volgens Arm draait het ook om schaalbaarheid en een hogere efficiëntie.
De drie nieuwe series cores - de V2, N2 en E2 - zijn een direct vervolg bij de 1-series uit respectievelijk 2020, 2019 en 2019. De V-serie is gericht op maximale prestaties en is dus het vlaggenschip van de tweede generatie cloudcomputingcores. De N-serie is de midranger, met een focus op een balans tussen prestatie en efficiëntie. De E-serie richt zich op het zo efficiënt mogelijk schaalbaar maken van een hoge doorvoersnelheid.
De nieuwe Neoverse V2-cores worden gekoppeld met de prominente Arm CMN-700-meshinterconnect. Onder andere Nvidia werkt aan een chip met de V2 in combinatie met lpddr5x-geheugen, de Grace-processor. Dit zou een verdubbelde performance per watt moeten leveren vergeleken met bijvoorbeeld x86-architectuur. De eerste processors op basis van Arms nieuwe V2-platform worden in de eerste helft van 2023 verwacht.
Over de N2 en E2 maakt het bedrijf daarnaast slechts enkele details bekend. Zo maken beide platformen de overstap van ddr4- naar ddr5-geheugenondersteuning. Ook is Compute Express Link 2.0-uitbreiding voortaan mogelijk voor alle drie de aankomende platformen. N2 moet 'vanaf 2023 voor partners beschikbaar' zijn. Over de releasedatum van de E2-serie maakt Arm nog niets bekend. Wel laat het bedrijf weten dat het gebruikmaakt van de Cortex-A510-cpu en dezelfde CMN-700-mesh en bijbehorende N2-koppelplaat voor schaalbaarheid.
Bron: Arm
