Een erg vroege test-benchmark van een Intel Lunar Lake-cpu is gevonden in de SiSoftware database. Deze test zou gedaan zijn met een cpu met 4 performante kernen die tot 3,91 GHz boosten, en vier efficiënte kernen die tot 2,61 GHz gingen. Op Intel's 'Innovation'-evenement demonstreerde het bedrijf al een Lunar Lake-cpu waarop Windows werd opgestart en een AI-taak uitgevoerd.
Het is goed mogelijk dat deze benchmark uitgevoerd werd met eenzelfde chip als getoond werd op 'Innovation'. Lunar Lake chips maken naar verluid gebruik van dezelfde Lion Cove P-kernen en Skymont E-kernen die ook terug te vinden zijn in Arrow Lake. De chips zouden op Intel's 20A-architectuur worden gefabriceerd, al is het niet onmogelijk dat dit al op de 18A-architectuur zal zijn. De chip in de benchmark heeft naast acht kernen ook 10 MB L2 cache voor de P-kernen en 4 MB voor de E-kernen. Voor de gehele chip is er 16 MB L3 cache aanwezig. Dit zou weer een verhoging van de hoeveelheid L2 cache betekenen voor de P-kernen, naar 2,5 MB per kern. Meteor Lake en Raptor lake P-kernen moeten het doen met 2 MB L2 cache per kern. Wat ook al een flinke verhoging is vergeleken met de 1,25MB per kern in Alder Lake.
Pat Gelsinger toont een wafer van de op 20A gefabriceerde Arrow Lake-cpu's.
De Lunar Lake-cpu gebruikte gemiddeld 17 Watt tijdens de benchmark, wat redelijk logisch is aangezien Intel met Lunar Lake de focus legt op zuinigere mobiele processoren. Er werd ook gebruik gemaakt van LPDDR5 geheugen. De workload die gedaan werd door de processor in de benchmark, was voor processor cryptografie en de processor presteerde vergelijkbaar met de i7-1195G7, wat het top model was uit de Tiger Lake-generatie. Het is moeilijk te zeggen of dit representatief is voor het uiteindelijke product, omdat het een erg vroege test betreft. Lunar Lake-cpu's worden pas verwacht in de schappen in 2025, na Arrow Lake.
Bron: WCCFTech
