USB-protocollen: USB 1.0 tot 3.0
De ontwikkeling van usb is in 1994 van start gegaan. Het USB Implementers Forum, een groepering van zeven bedrijven (Compag, DEC, IBM, Intel, Microsoft, NEC en Nortel), had zich voorgenomen om een connector te ontwikkelen die de rol van allerlei bestaande pc-aansluitingen moest kunnen vervullen. Daarnaast zou het gebruik van een enkele connector voor minder complexe software zorgen, wat hogere doorvoersnelheden mogelijk maakte.
Usb moest onder andere de parallelle poort vervangen.
De eerste usb-specificatie werd onthuld in 1996. Usb 1.0 ondersteunde twee verschillende snelheden: 1,5 Mbps (Low Speed) en 12 Mbps (Full Speed). Dit onderscheid werd gemaakt zodat zowel snelle apparaten zoals printers, maar ook goedkopere randapparatuur zoals toetsenborden en muizen werden ondersteund. Er waren echter weinig apparaten die gebruikmaakten van de nieuwe standaard, tot de Apple iMac met usb 1.1-ondersteuning op de markt kwam.
In April 2000 heeft het USB-IF usb 2.0 aangekondigd. De opvolger van usb 1.1 introduceerde een fors hogere maximumsnelheid van 480 Mbps en werd in het volgende jaar voor het eerst in apparaten toegepast. De volgende versie van de standaard liet echter enige tijd op zich wachten. Zo werd de usb 3.0-specificatie in november 2008 aangekondigd en kwamen de eerste apparaten pas begin 2010 op de markt. Ook nu zag de maximale doorvoersnelheid een sterke stijging: tot wel 5 Gbps (SuperSpeed).