Temperatuur verhogen om elektriciteit te besparen in datacenters: nuttig of nodeloos?

Inhoudsopgave
  1. 1. Inleiding
  2. 2. Temperatuurstandaarden
  3. 3. Contractuele afspraken
  4. 4. Hoop gedoe
  5. 5. Alternatieve opties

Inleiding

Datacenters hebben een flinke elektriciteitsrekening, en naarmate energie steeds duurder wordt, is dat een groeiend probleem. Bovendien verbruiken ze ook steeds meer stroom: betere IT-apparatuur gaat vaak hand in hand met meer energiegebruik. Het mag dus duidelijk zijn dat een aldoor groeiend elektriciteitsverbruik niet houdbaar is.

Datacentergigant Equinix besloot daarom eind vorig jaar een grote stap aan te kondigen om het verbruik te verminderen: als onderdeel van zijn doelstelling om in 2030 klimaatneutraal te zijn, wil het bedrijf de standaard temperatuur in de datacenters verhogen van 24 naar 27 graden Celsius.

Dat doet het door minder te koelen. De compressoren van de koelmachines zijn enorme energieslurpers; je wil ze dus zo min mogelijk gebruiken. Om een megawatt te koelen, heb je gemiddeld zo’n 300 kilowatt nodig. Dat hakt erin. Wereldwijd zijn de koelsystemen van Equinix goed voor zo’n 25 procent van het totale energiegebruik van het bedrijf. Door de koeling dusdanig te verminderen dat de inblaastemperatuur drie graden wordt verhoogd, leidt dat naar verwachting tot 12 procent stroomvermindering voor de koeling. Dat moet 10 procent van de totale koelkosten besparen. Eerder zei Equinix' managing director Michiel Eielts tegen het Financieel Dagblad dat, als alle datacenters in Nederland dat doen, dat in totaal zo'n 320 miljoen kilowattuur kan schelen.

Volgens het bedrijf is dit een vooruitstrevende stap, aangezien andere datacenters het nog niet doen. Althans, andere datacenters in de markt van Equinix, dat colocation centres heeft waarin apparatuur van een heel scala aan bedrijven staat. Enterprise-datacenters, zoals van Google en Microsoft, hanteren al langer een temperatuur van rond de 26 graden. Facebook-moederbedrijf Meta is onlangs zelfs een experiment gestart om de temperatuur te verhogen naar zo’n 32 graden. Zulke bedrijven hebben het volgens Equinix echter makkelijker, omdat in hun datacenters alleen eigen, specifieke apparatuur staat. Met tig bedrijven die allemaal toestemming moeten geven - en waarvan een deel er niet van overtuigd is dat zijn apparatuur geschikt is voor een temperatuurverhoging - gaat dat voor de datacentergigant Equinix een stuk moeizamer.

Equinix is een Amerikaans bedrijf, maar heeft in totaal zo’n 250 datacenters over de hele wereld. Daarvan staan er ook flink wat in Nederland. HWI ging daarom in gesprek met Arno van Gennip, de Nederlandse operationeel directeur van Equinix, over de uitdagingen die gepaard gaan met deze stap. Ook kijken we naar het nut van deze aanpak en gaan we in op de vraag of er wellicht betere manieren zijn om duurzamer te koelen.


Arno van Gennip.

Advertentie
0