Eigenhandig zonnepanelen plaatsen? Dit zijn de do's en don'ts van zonnepaneelleveranciers.

Inhoudsopgave
  1. 1. Inleiding
  2. 2. Energiemaatschappijen: ‘Doe het níét zelf’
  3. 3. Plaatsing zonnepanelen: plat of schuin dak?
  4. 4. Parallel of serieel geschakeld?
  5. 5. Zonnepanelen elektrisch aansluiten
  6. 6. En verder?

Zonnepanelen elektrisch aansluiten

Het grootste risico bij het zelf aansluiten van panelen zit uiteraard in het werken met elektriciteit. Dit is niet voor niks de voornaamste reden waarom energiemaatschappijen het zelf installeren onder geen beding aanraden en andere partijen stellen dat je de montage prima zelf kunt doen, maar de elektra niet - tenzij je weet waar je mee bezig bent. We zullen hier geen heel stappenplan uittekenen voor het omgaan met elektriciteit bij het plaatsen van zonnepanelen - die zijn er online ten overvloede - maar behandelen wel enkele veelgenoemde risico’s.

Ten eerste is het voor veel mensen kennelijk een groot vraagstuk of zonnepaneelinstallaties wel of niet moeten worden geaard. PV-panelen zijn zelf vaak dubbel geïsoleerd, waardoor aarding volgens Zonnepanelen.net niet nodig is, maar dat geldt niet voor het metalen montagesysteem en de metalen frames van het PV-systeem. Die moeten onder de NEN 1010-norm sinds een aantal jaar verplicht worden geaard.

Aarden kan op meerdere manieren, maar vaak wordt ervoor gekozen om naast de DC-kabel een aardingsdraad - oftewel vereffeningskabel - naar de stringomvormer te laten lopen. Die draad kan overigens het best vertind zijn, aangezien een blanke koperdraad na verloop van tijd mogelijk gaat oxideren. Overigens is deze aardingsmethode niet mogelijk bij een parallel geschakeld systeem, omdat daarbij gebruik wordt gemaakt van micro-omvormers. In dat geval wordt de vereffeningskabel vaak direct op de hoofdaarde van het huis aangesloten.

Daarnaast stelt de Consumentenbond dat het bij de bekabeling van een seriegeschakeld PV-systeem van belang is dat de plus- en minkabels geen ‘inductielus’ over het dak vormen. Met andere woorden: zorg ervoor dat de kabels zo dicht mogelijk bij de zonnepanelen blijven, om schade door een blikseminslag te beperken. Zonnepaneelprijzen laat daarnaast weten dat er veel fouten worden gemaakt bij de kabels die via de dakdoorvoer naar de omvormer gaan. Als dit niet goed wordt aangelegd, kan er water langs de kabels in de omvormer lekken, wat kortsluiting kan veroorzaken. Zorg dus dat je een waterdicht kabeldoorvoersysteem gebruikt. Als je simpelweg een gaatje in het dak boort, moet je het goed afdichten met dakfolie.


Bron: de Consumentenbond.

Verder laat Stralend Groen weten dat klanten de polariteit van zonnepanelen nogal eens omdraaien door de plus- en minpool van het PV-systeem te verwisselen. Dat kan mogelijk leiden tot kortsluiting en een defecte omvormer, en in sommige gevallen brandgevaar opleveren. De fabrikant zegt daarom solarkabels met aangeperste MC4-connectoren te leveren, zodat de polariteit van de zonnepanelen altijd goed staat. Deze kabels gaan van de panelen naar de omvormer, en door de aangeperste connectoren passen ze slechts op één manier.

Ook belangrijk: zorg dat de koperdraden dik genoeg zijn - minstens 4mm², stelt de Nederlandse Zonnepanelen Unie (NZU). Dit om te voorkomen dat de maximale spanningsval tussen de meterkast en de omvormer niet groter wordt dan 1 procent. Dat moet worden voorkomen, omdat anders de omvormer verplicht kan afschakelen zodat de zonnepanelen niets meer doen. Om dezelfde reden raadt de NZU aan om de kabels van de PV-panelen naar de omvormer, en die van de omvormer naar de meterkast, niet langer te maken dan 20 meter.

Zorg er ten slotte voor dat de omvormer en zonnepanelen op een vrije groep op de meterkast worden aangesloten, om een teveel aan stroom te voorkomen. Hoe meer capaciteit die vrije groep heeft, hoe meer zonnepanelen je kunt aansluiten en hoe hoger het piekvermogen kan zijn. Plaats vervolgens een aparte aardlekschakelaar, zodat de panelen niet uitvallen als een ander elektrisch apparaat in huis kortsluiting maakt. Als je niet meer dan twaalf zonnepanelen hebt, is het in sommige gevallen mogelijk om een PV-verdeler te gebruiken om een bestaande groep in de meterkast te splitsen. Op zo'n verdeler kan echter maximaal 3500W staan.

Advertentie
0