Vijf draden
Resistive aanraakschermen met vier aansluitingen hebben een belangrijk nadeel; de voorste coating wordt zowel voor stroomdoorgifte als voor metingen gebruikt. Door het doorbuigen van deze coating kan het echter zijn dat na verloop van tijd de elektrische weerstand niet meer overal even groot is, waardoor er onnauwkeurigheden kunnen ontstaan. Vandaar dat iets duurdere resistive touchscreens met vijf aansluitingen werken. De werking daarvan zie je uitgebeeld in onderstaande afbeelding. Het grote verschil is dat de voorste laag puur gebruikt wordt voor metingen. De achterste coating heeft aansluitingen in de vier hoeken van het scherm. De controller laat om-en-om stroom lopen van boven naar onder en van links naar rechts. Hiertoe wordt telkens 5 Volt op punten A en B en daarna 5 Volt op punt A en C gezet. Via aansluiting E op de voorste coating wordt telkens twee maal het voltage op het punt van aanraking bepaald, zodat opnieuw eenvoudig de XY-coördinaten berekend kunnen worden.
De opbouw van een five-wire resistive touchscreen
Touchscreens die op deze manieren werken hebben als voordeel dat ze relatief goedkoop te produceren zijn, maar er zijn ook grote nadelen. Doordat er twee extra coatings en de afstandsbolletjes voor het daadwerkelijke scherm komen, neemt de helderheid van dergelijke schermen in de regel met zo'n 25% af. Daarnaast zorgen de panel en de bolletjes, omdat ze niet geheel transparant zijn, voor een duidelijke vertekening van het beeld en is de kijkhoek van dergelijke schermen op z'n zachtst gezegd dramatisch te noemen. De meest touchscreens die de laatste jaren op de markt zijn gekomen, maakten gebruik van een resistive aanraakscherm, en wie een dergelijke apparaat naast een normale monitor zet ziet meteen het verschil. Een laatste probleem is dat resistive touchscreens niet geschikt zijn voor de tegenwoordig populair multitouch technologie, waarover verderop meer.