Dynamic shader linkage
Een belangrijke vernieuwing waar game developers al jaren om bedelen is de ondersteuning voor object geörienteerd programmeren bij het maken van shader algoritmes, of beter gezegd: het kunnen inzetten van subroutines, functies en classes. Nu is dat niet mogelijk, waardoor je op iedere plek in je code waar je een subroutine eventueel nodig zou kunnen hebben, de hele code moet neerplanten. Het resultaat is dat shader programma's op dit moment eigenlijk zonder reden gigantisch groot en daarmee ondoorgrondelijk worden. Developers spreken daarom niet voor niets over übershaders. Dynamic shader linkage zoals Microsoft het noemt maakt hier een eind aan; shader code wordt korter, overzichtelijker, is makkelijker te programmeren en wordt potentieel ook nog wat sneller.
Texture compressie
De laatste grote vernieuwing binnen DirectX 11 is de komst van nieuwe texture compressie technieken met een hoge kwaliteit. De eerste nieuwe compressietechniek luistert naar de naam BC6 en kan de omvang van 48-bit HDR-textures met een factor 6 terugbrengen met slechts een zeer geringe kwaliteitsdegradatie. Dat zorgt er dus voor dat HDR textures beter kunnen worden toegepast zonder dat ze een te grote belasting voor de geheugenbandbreedte vormen.
De tweede nieuwe compressietechniek is BC7 en is geschikt voor standaard (LDR) textures. Deze zorgt voor een 3:1 compressie (of 4:1 wanneer alpha wordt toegepast) met een vrijwel verwaarloosbare kwaliteitsafname. De kwaliteit van BC7 is in ieder geval vele malen beter dan de BC3 compressie die nu in de regel het meest wordt toegepast. Vergelijk met het MPEG2 en H.264 voor video, waarbij de laatste techniek binnen dezelfde bitrate voor mooiere beelden kan zorgen. Ook 3D-beelden kunnen vanaf DirectX 11 dus een stuk mooier worden zonder dat daar extra geheugenbandbreedte voor opgeofferd hoeft te worden.
BC7 texture compressie zorgt voor mooiere
beeldkwaliteit.
