Conclusie
De vier touchscreen monitoren uit deze test maken allemaal gebruik van optische tracking, waarbij in de bovenhoeken van het scherm twee sensoren zijn aangebracht. Voordeel van optische tracking is dat er geen coating over het scherm geplaatst wordt, zodat de beeldkwaliteit identiek is aan een normale monitor. Nadeel van implementaties met twee sensoren is dat er ook maximaal twee aanraakpunten tegelijkertijd waargenomen kunnen worden. Zonder uitzondering kunnen we stellen dat de touch-functie van alle vier de monitoren uitstekend werkt; onderlinge verschillen zijn eigenlijk niet aan te wijzen. Die verschillen zijn er wel als we naar de monitorprestaties kijken.
Door de bank ggenomen komt Acer’s T230H er dan als beste uit, met vooral betere reactiesnelheden dan de andere drie monitoren. Ook wat formaat betreft wint Acer’s 23 inch grote scherm het van de rest. De gemiddelde winkelprijs van net geen 320 euro is redelijk. Wil je minder uitgeven, dan is de T2250MTS van IIyama het overwegen waard. Dit scherm is anderhalf inch kleiner en scoort qua reactietijden wat minder, maar is met zo’n 255 euro wel erg aantrekkelijk geprijsd. De monitoren van Dell en Packard Bell zijn wat ons betreft geen aanraders. Dell’s SX2210T is gewoon té duur en de Viseo 200T van Packard Bell is weliswaar goedkoop, maar heeft een beperktere resolutie, matige prestaties en is voor langdurig normaal PC gebruik niet ergonomisch.
Touchscreen monitoren: achtergrond en test
Eric van Ballegoie
Met de komst van multitouch ondersteuning in Windows 7 zijn schermen met aanraaktechnologie ineens helemaal hot. Steeds meer merken brengen touch-schermen op de markt en soms zelfs tegen verrassend lage prijzen. Wij bekijken vier monitoren waar je niet van af kunt blijven.
Windows 7 is op op tal van punten een verbetering ten opzichte van Vista. Eén van die punten is de ondersteuning voor meerdere muisaanwijzers; in oudere besturingsystemen was standaard maar één muisaanwijzer mogelijk. Dat klinkt wellicht weinig spannend, want wat moet je nou met meerdere cursors op je scherm? Inderdaad is het voor normaal muisgebruik niet van belang, maar wanneer een aanraakgevoelig scherm gebruikt wordt, biedt besturing op meerdere punten wél echt meerwaarde. Iedereen die een iPhone(achtige) telefoon heeft, weet hoe handig het is om door je vingers naar elkaar toe of van elkaar af te bewegen simpel in en uit te zoomen. Ook het roteren van objecten wordt kinderlijk eenvoudig wanneer je op meerdere punten van het scherm tegelijkertijd bewegingen kunt doorgeven. Windows 7 biedt die mogelijkheid dus standaard en dat maakt de weg vrij voor nieuwe toepassingen met aanraakschermen.
Touch technologieën
Er zijn meerdere manieren om aanrakingen op een scherm waar te nemen, met elk eigen voor en nadelen. Kleinere schermen maken vaak gebruik van schermen die elektrische weerstand meten of waarbij het scherm een lading heeft die door het aanraken verandert. Hiervoor wordt een speciale coating, die uit meerdere lagen bestaat, over het scherm aangebracht. Voordeel is dat de coating dun is en in de praktijk geen ruimte in beslag neemt. Beide technologieën bieden bovendien de mogelijkheid om aanrakingen op meerdere punten tegelijkertijd nauwkeurig te kunnen waarnemen. Nadeel is dat de gebruikte coatings bij zowel technologieën die weerstand of lading meten, de lichtopbrengst én de beeldkwaliteit van het scherm nadelig beïnvloeden. Het grootste nadeel zit hem echter in de prijs. Omdat beide systemen coatings gebruiken die over héél het scherm geplaatst moeten worden, geldt dat de kosten exponentieel toenemen naarmate de schermgrootte omhoog gaat. Voor een mobiele telefoon is een systeem dat gebaseerd is op het meten van elektrische lading prima betaalbaar, bij een 24 inch grote PC monitor is dat een heel ander verhaal.
Optische sensors
Vooral uit het oogpunt van kosten worden bij grotere schermen vaak optische sensors gebruikt. Hierbij wordt in minimaal twee naast elkaar liggende hoeken een camera geplaatst, die vlak over het scherm richting de tegenoverliggende hoek kijkt. Bij PC monitoren wordt er in de meeste gevallen voor gekozen om de cameraatjes in de bovenhoeken van het scherm onder te brengen. Beide kijken dan in een hoek van negentig graden opzij en naar beneden. De randen aan zijkanten en de onderzijde zijn voorzien van infraroodleds, die licht richting de twee camera’s uitsturen. Wanneer nu een vinger het scherm raakt zien de camera’s dit omdat de ‘lichtrand’ onderbroken wordt. Door de gegevens ban beide camera’s samen te voegen, kan door middel van een driehoeksberekening razendsnel de exacte positie van het aanraakpunt berekend worden. Schermen die gebruik maken van optische sensors zijn altijd makkelijk te herkennen. Omdat de camera’s en de infrarood LEDs net vóór het scherm liggen, hebben monitoren die hier gebruik van maken altijd een diepe rand die minimaal een halve centimeter naar voren komt ten opzichte van het LCD paneel.
Het grote voordeel van optische sensortechnologie is dat de technologie niet of nauwelijks duurder wordt bij toenemende schermgroottes. Zolang de resolutie van de gebruikte camera’s maar volstaat om de aanraakpunten nauwkeurig genoeg te bepalen, geldt dat bij grotere schermen eigenlijk alleen meer infrarood LEDs nodig zijn, en die kosten zijn te overzien. Dit kostenaspect is dan ook de voornaamste reden dat nieuwe touchscreen monitoren in het betaalbare segment eigenlijk allemaal gebruik maken van optische sensors. Een minstens zo groot voordeel is dat het scherm niet voorzien hoeft te worden van aanraakgevoelige lagen, zodat de beeldkwaliteit dus ook niet negatief beïnvloed wordt.
Nadelen heeft de optische technologie ook. Wanneer er maar twee camera’s gebruikt worden, is het aantal aanraakpunten dat gelijktijdig geregistreerd kan worden beperkt. Dit komt omdat er zogenaamde ghost punten waargenomen worden bij meerdere gelijktijdige aanrakingen. Wanneer zich één vinger op het scherm bevindt ‘zien’ beide camera’s uiteraard elk één punt, en kan eenvoudig berekend worden om welk coördinaat het gaat. Raak je het scherm op twee punten aan, dan zien beide camera’s ook twee punten, maar is in eerste instantie niet altijd duidelijk hoe de punten van beide camera’s bij elkaar passen. Bij twee gelijktijdige aanrakingen zijn er, afhankelijk van de posities op het scherm drie of vier mogelijke coördinaten, bij drie aanrakingen worden dat er potentieel meteen al negen. Met behulp van slimme software algoritmes is het bij gebruik van twee camera’s mogelijk om maximaal twee ghost punten te achterhalen; om meer punten te kunnen registeren is een derde of vierde camera nodig. In de praktijk betekent dit dus dat optische systemen met twee sensoren beperkt zijn tot het registreren van twee gelijktijdige touch-punten.
Wat kan je met touch?
Dat is natuurlijk de hamvraag. Het eerlijke antwoord is, nog niet heel veel. Microsoft heeft voor Windows 7 een touch pack gemaakt met daarin onder andere een fotoviewer waarmee foto’s eenvoudig geordend, vergroot en gedraaid kunnen worden door het scherm aan te raken. Ook bevat het touch pack een applicatie met een wereldbol à la Google Earth die met de hand gedraaid en ingezoomd kan worden en vinden we in het pack wat eenvoudige spelletjes. Het praktisch nut is beperkt en bovendien is het touch pack niet te downloaden; het is alleen beschikbaar bij nieuwe PC’s die met touch-functionaliteit geleverd worden.
Interessanter is de nieuwe strategiegame ‘Ruse’, die als eerste ook van multitouch gebruikt maakt om het spel aan te sturen. Ook Corel heeft inmiddels een speciaal tekenpakket voor touchscreens uitgebracht onder de naam ‘Paint it touch’. De verwachting is dat in de loop van dit jaar steeds meer software en games specifieke ondersteuning voor (multi)touch gaan bieden. Tot die tijd geldt uiteraard dat je ook Windows uitstekend met je vingers kunt bedienen op een touchscreen, maar of dat nou het toppunt van ergonomie is?
De test
Voor deze test vroegen we fabrikanten om een monitor met touch-technologie in te sturen,verdere eisen hebben we niet gespecificeerd. Het resultaat was een verzameling van een viertal monitoren, afkomstig van Acer, Dell, IIyama en Packard Bell. In grootte lopen de schermen uiteen van 20 tot 23 inch, en de gemiddelde winkelprijzen lopen uiteen van net geen tweehonderd euro tot bijna vierhonderd. Eén ding hebben de vier geteste modellen gemeen: ze maken alle gebruik van optische sensortechnologie om aanrakingen van het scherm te registeren.
Acer T230H
Acer’s T230H is de grootste van de vier geteste schermen en heeft een schermdiagonaal van 23 inch. De monitor is voorzien van een Full HD 1920x1080 LCD scherm dat volgens opgave een contrast van 80.000:1 moet realiseren en een reactietijd heeft van 2 milliseconde. Verder heeft de T230H VGA, DVI én HDMI ingangen en staat het op een stevige, V-vormige voet waarop het scherm naar voren en achter kan kantelen én in hoogte verstelbaar is.
Acer’s optische aanraaksysteem maar gebruik van twee camera’s in de bovenhoeken en ledstrips aan de zijkanten en de onderkant van het scherm. De leds zijn overigens netjes weggewerkt achter een donkere stip van acryl, zodat de individuele lampjes niet zichtbaar zijn. De werking van het touchscreen is prima. Wanneer tot twee vingers tegelijkertijd gebruikt worden reageert het scherm snel en worden de posities accuraat bepaald. Omdat er twee camera’s gebruikt worden, zijn twee aanraakpunten echter meteen ook het maximum dat het scherm kan verwerken.
De prestaties van de monitor zijn vrij goed. Zwartweergave is uitstekend waardoor ook het contrast prima is. Kleurweergave is ook netjes en de reactietijd is met een gemeten score van net iets meer dan 6 milliseconde voor zwart-wit-zwart gewoon uitstekend. Dat maakt dat de T230H ook voor fanatieke gamers een goede optie is. De gemiddelde winkelprijs van 320 euro maakt het scherm zo’n 120 euro duurder dan een vergelijkbare monitoren zonder touch-technologie.
Dell SX2210T
De tweede touch-monitor uit de test is afkomstig van Dell. Waar Dell producten tot vorig jaar alleen door Dell zelf verkocht werden, geldt dat de monitoren van dit populaire Amerikaanse merk inmiddels ook door een groot aantal andere winkels verkocht worden. De SX2210T heeft een diagonaal van 21,5 inch, maar desondanks wél de volledige Full HD resolutie van 1920x1080 beeldpunten. Qua schermruimte biedt de deze monitor dus evenveel als het 23 inch grote scherm van Acer, de individuele pixels zijn alleen een stukje kleiner. Dell heeft de monitor geplaatst op een stevige ronde voet waarop het scherm helaas niet in hoogte verstelbaar is, neigen naar voren en achteren kan uiteraard wel. De SX2210T beschikt over VGA, DVI en HDMI ingangen en een optisch systeem met twee camera’s aan de bovenzijde. Het systeem werkt prima, al geldt uiteraard ook bij deze monitor dat het maximaal aantal touch-punten twee is.
De prestaties van de SX2210T als monitor zijn dik in orde. Het contrast is netjes en de kleurweergave is zelfs ronduit goed, en dat geldt ook voor de zwart-wit-zwart reactietijd. Bij grijs-grijs overgangen laat de monitor echter wat puntjes liggen als het op reactietijd aankomt, waardoor het scherm wat minder geschikt is voor gamers dan de T230H van Acer. Er is echter één groter nadeel, en dat is de prijs. Want met een gemiddelde winkelprijs van ruim 380 euro is de SX2210T echt te duur voor een 21,5 inch scherm met een TN paneel, ook als we de touch-functionaliteit in ogenschouw nemen.
IIyama ProLite T2250MTS
IIyama heeft al langere tijd meerdere touchscreens in haar assortiment, maar dan gaat het met name om kleinere modellen in het ouderwetse 4:3 formaat. De nieuwe T2250MTS is uit ander hout gesneden en heeft een 16:9 beeldverhouding met een diagonaal van 21,5 inch. Qua formaat identiek dus aan de SX2210T van Dell. Voordeel van IIyama is echter dat hun monitor voor gemiddeld net iets meer dan 250 euro over de toonbank gaat, wat een veel prettigere prijs is.
De T2250MTS beschikt bovendien gewoon ook over een Full HD 1920x1080 beeldscherm en staat op een stevige voet, die helaas niet in hoogte verstelbaar is. De monitor beschikt over VGA en DVI ingangen, HDMI moeten we missen. Daar staat echter tegenover dat het scherm wel voorzien is van ingebouwde luidsprekers.
Ook IIyama maakt gebruik van twee optische sensoren in de bovenhoeken van het scherm en daarmee is het maximale aantal aanraakpunten beperkt tot twee. De gebruikte technologie lijkt verder ook als twee druppels water op wat Acer en Dell gebruiken, met rijen leds die netjes achter rookglas weggewerkt zijn. Over de prestaties van het touch-gedeelte kunnen we dan ook kort zijn, deze zijn identiek aan de overige schermen uit de test. Prima wanneer er maximaal twee vingers tegelijk gebruikt worden, bij meer gelijktijdige betastingen raakt het scherm in de war.
Kijken we naar de ‘normale’ monitorprestaties, dan komen die grotendeels overeen met het scherm van Dell. Prima contrast en kleurweergave dus, maar wat minder prestaties op het gebied van grijs-grijs reactiesnelheid. De veel lagere prijs maakt echter dat deze monitor van IIyama wat ons betreft een stuk aantrekkelijker is dan de SX2210T van Dell.
Packard Bell Viseo 200T
De laatste monitor uit de test is een beetje een buitenbeentje. De Viseo 200T van Packard Bell heeft namelijk geen traditionele voet, maar staat direct met twee pootjes aan de linker en rechterkant van het scherm op de tafel. Aan de achterzijde vinden we een derde poot terug die verder of minder ver uitgeklapt kan worden om de hoek waaronder het scherm staat aan te passen. Het concept van deze poot is vergelijkbaar met de uitklapbare standaard van een fotolijstje.
Het resultaat van deze keuze is dat het scherm erg laag bij de tafel staat, wat qua ergonomie wel en ook juist niet een voordeel is. Wel omdat je je elleboog op tafel kunt laten rusten tijdens het bedienen van het scherm, maar juist niet omdat de lage plaatsing tijdens langdurig normaal werk met keyboard en muis niet optimaal is. Voordeel is hoe dan ook dat het scherm niet wiebelt bij aanraking, iets waar de andere drie monitoren in deze test, zij het in beperkte mate, wel last van hebben.
Kijken we verder, dan zien we dat de monitor 20 inch diagonaal meet en slechts 1600x900 pixels heeft. Vooral vertikaal houdt dat niet over, wat bijvoorbeeld bij surfen veel scrollwerk oplevert. De monitor beschikt over VGA en DVI ingangen en is voorzien van luidsprekers.
Het wordt een beetje saai, maar ook dit scherm maakt gebruik van hetzelfde optische touch-systeem als de andere apparaten uit de test. Dat betekent dus twee sensoren in de bovenhoeken en maximaal twee aanraakpunten.
Als monitor komt Packard Bell helaas als hekkensluiter uit de bus. Contrast en kleurweergave laten te wensen over en ook de reactiesnelheid is niet om over naar huis te schrijven. Neem daarbij de beperkte resolutie en de onergonomische hoogte waarop de monitor op het bureau staat, en wij zijn niet laaiend enthousiast. Toch is er ook één groot voordeel en dat is de prijs. Want met gemiddeld net geen 200 euro is het wél met afstand het goedkoopste scherm uit de test.
Conclusie
De vier touchscreen monitoren uit deze test maken allemaal gebruik van optische tracking, waarbij in de bovenhoeken van het scherm twee sensoren zijn aangebracht. Voordeel van optische tracking is dat er geen coating over het scherm geplaatst wordt, zodat de beeldkwaliteit identiek is aan een normale monitor. Nadeel van implementaties met twee sensoren is dat er ook maximaal twee aanraakpunten tegelijkertijd waargenomen kunnen worden. Zonder uitzondering kunnen we stellen dat de touch-functie van alle vier de monitoren uitstekend werkt; onderlinge verschillen zijn eigenlijk niet aan te wijzen. Die verschillen zijn er wel als we naar de monitorprestaties kijken. Door de bankg genomen komt Acer’s T230H er dan als beste uit, met vooral betere reactiesnelheden dan de andere drie monitoren. Ook wat formaat betreft wint Acer’s 23 inch grote scherm het van de rest. De gemiddelde winkelprijs van net geen 320 euro is redelijk. Wil je minder uitgeven, dan is de T2250MTS van IIyama het overwegen waard. Dit scherm is anderhalf inch kleiner en scoort qua reactietijden wat minder, maar is met zo’n 255 euro wel erg aantrekkelijk geprijsd. De monitoren van Dell en Packard Bell zijn wat ons betreft geen aanraders. Dell’s SX2210T is gewoon té duur en de Viseo 200T van Packard Bell is weliswaar goedkoop, maar heeft een beperktere resolutie, matige prestaties en is voor langdurig normaal PC gebruik niet ergonomisch.
4 besproken producten
Vergelijk | Product | Prijs | |
---|---|---|---|
![]() |
Acer T230H
|
Niet verkrijgbaar | |
![]() |
Dell SX2210T Black
|
Niet verkrijgbaar | |
![]() |
Iiyama ProLite T2250MTS-B1
|
Niet verkrijgbaar | |
![]() |
Packard Bell Viseo 200T
|
Niet verkrijgbaar |