OLED
Feitelijk doen LCD-displays niets anders dan het witte licht van de backlight achter het scherm in meer of mindere mate dimmen. Wordt het licht niet gedimd, dan wordt een compleet wit beeld weergegeven. Staan alle LCD-cellen ‘dicht’, dan wordt al het licht tegengehouden. Door de individuele gekleurde subpixels meer of minder open te zetten, wordt het rode, groene of blauwe element meer of minder uit het witte licht gefilterd, maar in alle gevallen neemt het paneel louter licht weg. Dat is niet alleen inefficiënt, maar omdat het nooit helemaal lukt om een pixel ‘dicht’ te zetten, lekt er altijd iets aan licht door. Daardoor is zwart nooit helemaal zwart en is het contrast dus niet optimaal.
Andere technologieën, zoals de aloude CRT-beeldbuis en ook plasma, sturen juist energie naar de individuele beeldpunten, waardoor deze oplichten. Beide technologieën hebben echter nadelen op het gebied van energieverbruik, kleurmenging en vooral ook gewicht. Er is echter een nieuwe technologie met de voordelen van CRT en plasma, maar zonder de nadelen, namelijk OLED.
OLED staat voor Organic Light Emitting Diode. De OLED-technologie is vergelijkbaar met normale LED’s, waarbij de lichtgevende laag bestaat uit polymeren of speciale kleine moleculen, die tussen een kathode en een anode gemonteerd worden. Wanneer hier een spanning op gezet wordt, licht de cel op. Door verschillende subpixels rood, groen en blauw op te laten lichten, kan een groot aantal kleurschakeringen gereproduceerd worden. OLED heeft hierbij het voordeel dat zwart écht zwart is en omdat subpixels zelf licht geven en er geen polarisatiefilter gebruikt worden, treedt er (vrijwel) geen kleur- en helderheidsverandering op wanneer een OLED-scherm van opzij wordt bekeken. Daar komt bij dat de pixels van een OLED-scherm alleen energie verbruiken wanneer ze oplichten, zodat het energieverbruik ook gunstig is.
OLED-schermen zijn evenals LCD’s zowel passief als actief aan te sturen, waarbij geldt dat de actieve variant voor schermen met hogere resoluties een stuk sneller werkt. Deze Active Matrix OLED (AMOLED) schermen worden tot dusver vooral in mobiele telefoons toegepast, maar Sony heeft enkele jaren geleden ook al een 11 inch AMOLED TV uitgebracht. De prijs daarvan was echter zodanig hoog, dat deze weer van de markt is verdwenen. Zowel LG als Samsung zijn echter actief met AMOLED bezig en LG heeft onlangs weer 31 inch TV prototypes op basis van AMOLED getoond, die in de loop van 2011 ook daadwerkelijk op de markt zullen komen. Ook de nieuwe Playstation Portable zal een AMOLED-scherm hebben.
LG’s 31 inch oled scherm heeft een vrijwel onbeperkte kijkhoek, zeer verzadigde kleurweergave en (vrijwel) oneindig hoog contrast.