Performance
Naast de specificaties en stabiliteit, die op de vorige pagina in kaart gebracht zijn, is er nog een derde belangrijk aspect bij moederborden: performance. Hoewel je van moederborden met dezelfde chipset zou morgen verwachten dat ze vrijwel identiek presteren, zien we hier en daar toch nog enkele positieve en negatieve uitschieters.
Om de performance van de moederborden te meten is er, zoals op pagina 1 vermeld, gebruik gemaakt van een Pentium III 600EB processor, 128 MB PC133 geheugen, een Guillemot 3D Prophet videokaart en een IBM 13,6 GB 7200 rpm Ultra ATA/66 harddisk.
De performance hebben we gemeten met twee programma’s: Winstone 99 biedt een maat voor de performance van de moederborden bij office applicaties en 3D Mark 2000 biedt een maat voor de performance bij spellen en andere 3D programmatuur. In beide grafieken is ook de gemiddelde score aangegeven.
Winstone 99 scores:
3D Mark 2000 scores:
Zoals te zien verschillen de scores niet erg veel. Een positieve uitschieter is het Gigabyte bord, dat verreweg het beste presteert. Aan de onderkant komen we beide keren het Biostar moederbord tegen. De reden is al op pagina 5 genoemd: het Biostar moederbord bood geen mogelijkheid de geheugen timings te optimaliseren. Van het ABIT moederbord hebben we geen 3D Mark 2000 score: de reden hiervoor is al besproken op pagina 2.
De relatief kleine performance verschillen maken duidelijk dat performance niet de grootste reden kan zijn om te kiezen voor een bepaald bord. Wel kan het uiteraard de keuze soms een stuk vergemakkelijken.