Eigenschappen deel 4
Flatscreen
Flat screen is een aanduiding dat het beeldscherm (bijna) helemaal vlak is. Een fabrikant kan dit op twee manieren realiseren. De eerste, en tevens goedkoopste manier, is om een standaard CRT monitor te nemen met een bolle beeldbuis en daar een vlakke glasplaat voor te zetten.
Een duurdere manier is om een beeldscherm echt vlak te maken en dus een vlak masker te gebruiken.
Voordelen van een vlak beeldscherm zijn dat er geen vervorming optreedt. Rechte lijnen zijn ook echt recht, niet uitmakend onder welk hoek ze bekeken worden.
Een tweede groot voordeel van een flatscreen monitor is de reductie van reflecties. Evenwijdige lichtstralen die op het beeldscherm vallen worden bij een flatscreen ook evenwijdig weerkaatst. Dit betekent, dat indien de positie van de gebruiker correct is, hij geen last van weerkaatsingen ondervindt. Bij een bol beeldscherm zijn de weerkaatste lichtstralen niet evenwijdig waar de gebruiker last van kan hebben.
Interlaced / Non-interlaced
(Non)-Interlaced is een term voor de manier waarop het beeldscherm wordt opgebouwd. Bij interlaced worden eerst alle even horizontale lijnen getekend en daarna pas de oneven. Het gevolg hiervan is dat het beeld flikkert, wat ‘interlace flicker’ genoemd wordt.
Bij non-interlaced worden alle lijnen één voor één opgebouwd. Het moge duidelijk zijn dat non-interlaced, dankzij een flikkervrij en rustiger beeld, de voorkeur verdient, hoewel het wel wat duurder is om te maken.
Kleurtemperatuur
Met de term kleurtemperatuur is het mogelijk om de kleur van een stralende bron uit te drukken in temperatuur (eenheid Kelvin). Indien een monitor beschikt over een aantal standaard temperatuurinstellingen, dan kunt u deze eens veranderen. U zult zien dat de kleur wit ineens een heel andere kleur wit wordt. Dit wordt niet alleen voor verschillende toepassingen gedaan, maar ook om de monitor voor iedere gebruiker geschikt te maken. Zo ondervinden Aziaten de kleur wit (die wij als wit definiëren) helemaal niet als wit, maar is hun ‘wit’ een kleur die wij ondervinden als ‘gebroken wit’ met een geelachtige schijn.
Ook kan de temperatuurinstelling belangrijk zijn voor bepaalde toepassingen die op de PC draaien. Zo is een temperatuur van 6500K ideaal voor DTP en office applicaties. Voor multimedia toepassingen is 9300K de meest geschikte temperatuur.
Er zijn overigens ook monitoren die een temperatuurinstelling ‘TV-wit’ hebben om de kleuren na te bootsen zoals ze zouden zijn op een echte TV. Deze instelling kan erg handig zijn voor videobewerking op de PC, als men graag op de PC dezelfde kleuren wil zien als uiteindelijk op een TV.
Moiré
Moiré is interferentie als gevolg van kromme lijnpatronen wanneer twee rasters achter elkaar worden gezet. Het eerste raster zit standaard in de beeldbuis en wordt gevormd door het vaste gaatjes- en lijnenpatroon in het shadow mask of door de verticale draden van het aperture grill masker.
Het tweede raster wordt gevormd door het videosignaal (video moiré) of het horizontale lijnpatroon (scan moiré). Omdat het videosignaal continu verandert, is het onmogelijk om video moiré tegen te gaan. Scan moiré daarentegen is afhankelijk van de horizontale scanfrequentie (het aantal lijnen dat per seconde op het scherm geschreven wordt).
Monitoren met een autoscan of multisync functie werken in een groot gebied van scan frequenties, waardoor ze in sommige videomodi extra moiré vertonen. Naar gelang er voor een hogere resolutie wordt gekozen, wordt het moiré-effect duidelijker (en storend) in grijze en/of halftoon kleurvlakken.
Normen
Er bestaan verschillende normen waaraan een monitor dient te voldoen. Enkele veel voorkomende zijn: MPR II, TCO92, TCO95 en TCO99. Hierbij is TCO99 de meest nieuwe en tevens strengste norm. Het verschil bij TCO99 ten opzichte van zijn voorganger TCO95 (die we ook nog op veel monitoren aantreffen) is dat eisen met betrekking tot het productieproces erin zijn opgenomen. Zo wordt geëist dat het product milieuvriendelijk wordt geproduceerd en alle gebruikte materialen 100% recyclebaar zijn. Verder zijn er bij TCO99 ook kleine veranderingen geweest met betrekking tot het energieverbruik en straling.
Resolutie
De resolutie is het aantal pixels dat op een scherm kan worden weergegeven. De resolutie wordt altijd weergegeven in het formaat [aantal pixels breed] x [aantal pixels hoog].
De redelijk ouderwetse resolutie van 640 x 480 pixels bijvoorbeeld, leidt tot 640 x 480 = 307200 pixels.
De meeste resoluties zijn afkomstig van de beeldverhouding 4:3 die we ook in de TV-wereld aantreffen. Sommige monitoren ondersteunen echter ook exotische resoluties als 720 x 400 of 1172 x 870.
Scanfrequentie
Er zijn twee soorten scanfrequenties: de horizontale en de verticale scanfrequentie. De horizontale scanfrequentie is het aantal (horizontale) lijnen dat per seconde door de elektronenstralen geschreven wordt. Hoe hoger deze scanfrequentie is, hoe hoger de resolutie kan zijn. Voorbeeld: verticale resolutie x refresh rate (x 1,05) = horizontale frequentie. Met getallen wordt dat dan bijvoorbeeld: 768 x 85 Hz (x 1,05) = 68544 = 68,544 kHz.
De factor 1,05 wordt bij dit soort berekeningen meegenomen omdat het ook tijd kost om de elektronenstraal van de rechterkant van het scherm weer naar de linkerkant te krijgen. Ze noemen deze factor ook wel de terugslagfactor.
De verticale scanfrequentie wordt ook uitgedrukt in Hz en is het aantal frames (complete plaatjes) dat iedere seconde op het scherm geschreven wordt. Deze scanfrequentie staat ook wel bekend als de refresh rate of verversingsfrequentie. De refresh rate kan ook met de bovenstaande formule worden gerekend. Is bijvoorbeeld bekent dat de horizontale frequentie 90 kHz bedraagt, dan kan men de refresh rate bij een resolutie van 1024 x 768 als volgt bepalen: 90000 : 768 (: 1,05) = 111 Hz.