Test
In de begindagen van de GPGPU-hype beloofden AMD en Nvidia dat bepaalde taken tot tientallen keren sneller op een GPU konden worden uitgevoerd dan op een CPU. Het moet gezegd worden: voor bepaalde, zeer specifieke (wetenschappelijke) algoritmes is dat ook zo. Om die reden is GPGPU in de wereld van universiteiten en onderzoeksinstellingen dan ook snel opgenomen. Bij consumenten GPGPU-toepassingen hoef je in de regel minder spectaculaire versnellingen te verwachten, maar toch kan het een verschil maken.
Om de prestaties van GPGPU-taken in kaart te brengen hebben we een aantal tests uitgevoerd op de courante CPU’s van AMD en Nvidia. Bij AMD zijn dat de Tahiti (Radeon HD 7970 GHz Edition), Pitcairn (Radeon HD 7870 GHz Edition) en Cape Verde (Radeon HD 7770). Van Nvidia namen we de GK110 (GeForce GTX Titan), GK104 (GeForce GTX 680), GK106 (GeForce GTX 660) en GK107 (GeForce GTX 650) onder handen. De losse videokaarten testten wij op een testsysteem gebaseerd op een Intel Core i7 3770K processor, Intel Z77 chipset en 16GB DDR3-geheugen. Ook testten we twee geïntegreerde GPU’s: de HD Graphics 4000 van de eerder genoemde Core i7 3770K en de Radeon HD 7660D van de AMD A10-5800K. De nieuwste generatie CPU's (Intel Haswell en AMD Richland) hebben we nog niet getest, maar we verwachten op dat vlak geen schokkende verschillen met de wel geteste exemplaren.
Wanneer onze tests niet alleen op GPU’s, maar ook op CPU’s kunnen draaien hebben we de tests ook op de Intel Core i7 3770K zónder GPU-versnelling gedraaid. Op die manier kunnen we kijken voor welke extra prestaties de videokaarten zorgen.
