Inhaalslag
Waar 3Dfx met de Voodoo eind 96 de hele markt wakker schudden, waren 1997 en 1998 de jaren waarin de concurrentie probeerde het succes te evenaren. Het zwakke punt van de Voodoo-kaart was natuurlijk dat deze gecombineerd moest worden met een aparte 2D-videokaart, niet bepaald de meest elegante of voordelige oplossing. Menigeen probeerde zodoende gecombineerde 2D/3D-chips te maken die het prestatieniveau van Voodoo konden evenaren.
Nvidia introduceerde in 1997 de op de NV3-chip gebaseerde Riva 128. Voor wie zich afvraagt wat er met de NV2 chip is gebeurd: de plannen waren er, omdat het NV2 ontwerp op dezelfde vierhoekige polygonen als de NV1 was gebaseerd, zag Nvidia zich genoodzaakt dat project te beëindigen. De NV3 was geheel ontwikkeld rond de DirectX 5 standaard en dat was een gouden greep, aangezien die API snel erg populair bleek. De Riva 128 maakte gebruik van de nieuwe AGP 2X interface, had 4MB geheugen en werkte op een voor die tijd hoge klokfrequentie van 100 MHz. Noch qua 3D-beeldkwaliteit noch qua 3D-prestaties haalde de Riva 128 het bij de Voodoo, maar de prima prijs-prestatieverhouding en uitstekende DirectX compatibiliteit maakten de kaart toch populair en Nvidia tot een partij om rekening mee te houden.
Nvidia’s derde GPU, de NV3 ofwel Riva 128, is de eerste in een lange rij succesvolle producten
ATI introduceerde in hetzelfde jaar de Rage Pro, eveneens een AGP 2x kaart met DirectX 5 en 6 compatibiliteit. De Rage Pro was qua prestaties op z’n minst redelijk en was absoluut succesvol, al was het maar dankzij de vele OEM-deals van ATI. Het was tegelijkertijd één van de originele redenen waarom het stigma van “waardeloze drivers” dat ATI/AMD tot op de dag van vandaag achtervolgt: compatibiliteitsproblemen met games waren er geregeld. Het was ook voor zover wij weten de eerste keer dat het fenomeen “benchmarketing” plaats vond. Een tijd na de introductie van de Rage Pro kwam ATI namelijk met de Rage Pro Turbo op de proppen, gebaseerd op dezelfde chip, maar op het oog sneller dankzij verbeterde drivers. Die versnelling bleek in de praktijk echter alleen aanwezig te zijn bij een klein aantal in die tijd populaire games.
Rendition introduceerde in 1997 de Verite 2000-reeks. Deze kaarten waren DirectX 5 compatible en qua 3D duidelijk sneller en geavanceerder dan hun voorloper, maar behaalden bij lange na niet het niveau van de Voodoo. De 2D-mogelijkheden van Rendition bleven bovendien ook achterlopen. Kort na de introductie van de serie werd het bedrijf overgenomen door Micron, dat de interesse in videokaarten al snel verloor en de Verite-lijn de nek omdraaide.
3Dfx wilde in 1997 ook zelf een antwoord hebben op de gecombineerde 2D/3D kaarten en introduceerde de Voodoo Rush, een AGP / PCI kaart gebaseerd op een 2D-chip van afhankelijk van het type Rush-kaart van Alliance of Macronix, die werd gecombineerd met een 3Dfx Voodoo-kaart op een gekoppelde tweede PCB. De Rush was duidelijk langzamer dan de originele Voodoo, aangezien de 2D- en 3D-chips de toegang tot het aanwezige geheugen moesten delen. Daardoor werkte de 3D-chip ook maar in maximaal 512x384. Bovendien waren de gekozen 2D-chips zelfs voor die tijd al ouderwets. De Rush was dan ook weinig succesvol.