Kalibratie
Koop je een standaard consumentenmonitor, dan zal je vaak zien dat deze bij benadering aardig is ingeregeld, maar dat zowel individuele kleuren als het gemiddelde toch meer kunnen afwijken dan de genoemde drempelwaarde. In dat geval kan kalibratie ervoor zorgen dat je een betere kleurweergave verkrijgt. Een klein aantal fabrikanten, waaronder Eizo, verkoopt beeldschermen die al in de fabriek nauwkeurig zijn afgesteld, met een beduidend beter plaatje direct uit de doos. Toch is ook daar uiteindelijk kalibratie nodig: de weergave van beeldschermen verandert na verloop van tijd. Dat gaat geleidelijk, maar vroeg of laat is het een goed idee de kleuren weer eens tegen het licht te houden. Voor professionele doeleinden dient dat zelfs met grote regelmaat te gebeuren.
Kalibratie kan kortweg op twee manieren: softwarematig en hardwarematig. Voor veruit de meeste monitoren geldt dat je je alleen van de eerste methode kunt bedienen. Luxere en met name professionele monitoren hebben de mogelijkheid om een kalibratieprofiel in de monitor zelf op te slaan. Daarover verderop in dit artikel meer.
Een X-rite i1 Display Pro colorimeter
Ga je softwarematig kalibreren, dan pas je feitelijk het uitgangssignaal van de videokaart zo aan, dat met jouw monitor een goed afgestemd beeld wordt weergegeven. Daartoe heb je een kleurprofiel nodig, wat je kunt maken met geschikte software en uiteraard een colorimeter of een spectrofotometer. Die zijn er beide in allerlei prijsklassen, maar voor de meeste toepassingen volstaat een colorimeter van een paar honderd euro prima.
De werking is verder vrij eenvoudig: plaats de colorimeter voor het scherm, geef een aantal voorgedefinieerde kleurvlakken en grijsvlakken weer, laat de software analyseren hoe de aansturing moet worden bijgestuurd (met een set curves voor rood, groen en blauw) om het gewenste resultaat te krijgen en dat wordt verwerkt in een profiel. Laad het profiel in het besturingssysteem en/of je beeldbewerkingssoftware en dat is het.
Hardware kalibratie doet in grote lijnen hetzelfde, alleen wordt niet alleen het uitgangssignaal van de videokaart aangepast, maar ook de wijze waarop de monitor dat signaal weergeeft. Het profiel dat hiervoor moet worden aangemaakt wordt niet alleen opgeslagen in het besturingssysteem, maar ook in de monitor zelf. Dat gaat met behulp van een zogenaamde Look-Up-Table (LUT), waarin kleuren met een grote mate van precisie (10, 12, 14 of zelfs 16 bits per kleur) kunnen worden gedefinieerd. Dat heeft als voordeel ten opzichte van softwarekalibratie dat, zeker bij weergave van beelden met veel kleurdiepte en grotere kleurruimtes zoals AdobeRGB, minder of geen banding optreedt: zichtbare overgangen tussen kleuren in plaats van een naadloze gradiënt.
1 besproken product
Vergelijk | Product | Prijs | |
---|---|---|---|
![]() |
Eizo ColorEdge CG277
|
Niet verkrijgbaar |