5 Mifi-routers getest: portable netwerk

Inleiding

Een mifi-router kan met name in het buitenland – tijdens de vakantie – handig zijn. Maar wat is er zoal te koop en welke moet je hebben? Wij zochten het uit aan de hand van een test van vijf modellen.

Iedereen die weleens een stevige rekening van zijn provider gekregen heeft na een vakantie weet hoe duur dataverkeer in het buitenland kan zijn. Binnen Europa zijn de roaming-tarieven inmiddels al een stuk schappelijker dan voorheen – en worden ze in 2017 zelfs helemaal afgeschaft – als je buiten Europa gaat kijken, is dat veel minder het geval. Om ervoor te zorgen dat de kosten binnen de perken blijven, kun je meerdere routes bewandelen. Je kunt ervoor kiezen om een tweede – lokale – sim-kaart in een dual-sim telefoon te stoppen. Je kunt dan zelf bepalen waar je welke sim-kaart voor gebruikt. Een tweede mogelijkheid is investeren in een mifi-router, een handzaam apparaatje met zowel een modem als een draadloze netwerkinterface en een accu. Je kunt hier met maximaal 10 tot 15 apparaten tegelijkertijd verbinding mee maken, die dan allemaal tegelijk gebruik kunnen maken van de dataverbinding die door de router wordt opgezet. Het is in de basis ook een echte router, dus zaken zoals een firewall, dhcp-server en nat zijn allemaal beschikbaar. Overigens is het niet helemaal duidelijk waar de term mifi voor staat. Het kan staan voor Mobile WiFi, My WiFi en kan ook gewoon gekozen zijn omdat het lekker veel lijkt op WiFi, technologie die ook door MiFi-routers wordt gebruikt.

Om een goed beeld te krijgen van wat er zoal te koop is op deze markt, zijn we aan de slag gegaan met vijf modellen, te weten de D-Link DWR-932, Huawei E5786, Netgear AirCard 790, TP-Link M7350 en de Zyxel WAH7706.