Gamen op groot formaat: Asus ROG Strix XG32VQ review

ASUS ROG Strix XG32VQ

De ROG Strix XG32VQ beschikt over een 32 inch va-paneel met 2560 x 1440 beeldpunten. Net als de andere twee nieuwe ROG Strix-monitoren is het paneel gebogen; met 1800R heeft het scherm een relatief sterke kromming. De verversingsfrequentie van het paneel bedraagt maximaal 144 Hz. Freesync is ook aanwezig, al ligt de ondergrens op een niet bijzonder lage 48 Hz. Daarmee is de synchronisatie vooral een uitkomst voor wanneer de videokaart wel een relatief hoog aantal frames per seconde kan produceren, maar waarbij continu 144 fps te hoog gegrepen is.

Qua ontwerp kan de XG32VQ zich in ieder geval onderscheiden van de concurrentie. Dat begint al bij de voet, die er goeddeels hetzelfde uitziet als die van de eerder geteste XG35VQ. Mocht het futuristisch vormgegeven ontwerp met rode accenten je nog niet opvallend genoeg zijn, dan kan de voet ook een rood verlicht plaatje op het bureau projecteren. Standaard is dat Asus' Repubic of Gamers-logo, maar de fabrikant levert ook een transparant plaatje mee waarop gebruikers hun eigen logo kunnen zetten.

De voet is opvallend ondiep, goed nieuws voor gamers die hun toetsenbord bij voorkeur bijna onder de paneelrand leggen. Gelukkig voelt de opbouw van de voet daarnaast ook stevig aan. Elk van de drie poten is vervaardigd uit één stuk metaal, terwijl de rest van de constructie bestaat uit mat plastic. Ook qua functionaliteit scoort de voet punten: het scherm is in hoogte verstelbaar, draaibaar en kantelbaar.

De behuizing van het paneel is fraai afgewerkt, met vooraan smalle bezels en achteraan science fiction-achtige patronen. Op de achterkant zit weer een ring van rgb-verlichting rondom de ophanging; door ondersteuning voor Aura Sync kunnen de lampjes meekleuren met die van andere Asus-componenten en -randapparatuur. Fel is de rgb-verlichting zeker niet: zelfs bij weinig omgevingslicht zie je er voor het scherm gezeten zo goed als niks van. Wat ons betreft is het nut van deze feature daarmee beperkt.

De XG32VQ kan worden aangesloten via hdmi, displayport en mini displayport 1.2. Audio kan worden doorgestuurd via een 3,5 mm-hoofdtelefoonaansluiting, terwijl daarnaast nog een tweetal usb 3.0-poorten beschikbaar zijn. Alle aansluitingen zijn naar onderen gericht. Asus levert een plastic klepje dat over de stekkers kan worden geplaatst, waarbij de snoeren via de voet naar buiten kunnen worden geleid. Het verzorgde design wordt op die manier niet verstoord door kabels die lukraak uit de monitor steken.

De bediening van het menu verloopt via een cluster van fysieke knoppen, rechtsachter op het scherm, met daarboven een klein joystickje. Waar sommige fabrikanten van game-monitoren het menu hebben opgeleukt met een speciaal op gamers gerichte uitstraling, is de vormgeving bij de XG32VQ wat minder speciaal, al ziet het menu er beslist mooier uit dan dat van de onlangs besproken HP Omen 27. Het menu biedt zes presets gericht op gaming, evenals de mogelijkheid om crosshairs, een fps counter of een testpatroon voor het uitlijnen van een multimonitoropstelling op het scherm te vertonen.

Wel aanwezig op de grotere XG35VQ, maar niet op het 32 inch-model, is een menu-optie voor 'Extreme Low Motion Blur'. Waarschijnlijk gaat het bij dat scherm om een optie om backlight-strobing te activeren, een techniek die de bewegingsonscherpte moet tegengaan doordat de backlight synchroon met de refreshrate kan knipperen. Bij de XG35VQ merkten we inderdaad een verbetering bij het activeren van ELMB, maar de XG32VQ moet het dus zonder stellen.

Net als de XG35VQ toont ook de XG32VQ een iets breder kleurbereik dan sRGB. De sRGB-instelling in het menu moet er in principe voor zorgen dat de extra verzadiging weer wordt teruggeschroefd – of dat ook in de praktijk werkt, moet zo dadelijk blijken uit de testresultaten. In ieder geval is de helderheid in de sRGB-modus niet aanpasbaar, al heeft Asus gelukkig gekozen voor een niet al te hoge helderheid van 180 cd/m².