AOC AG273QCX en AG273QCG review: lang gewacht, toch gekomen - de nieuwe Agon 3 gaming monitoren

AOC Agon AG273QCX en AG273QCG

We bespreken de beide Agon 3 monitoren bij elkaar, al zijn de verschillen veel groter dan de overeenkomsten. Laten we toch met die overeenkomsten beginnen, want daar zijn we snel doorheen. Allereerst de basiseigenschappen: een schermdiagonaal van 27 inch, een resolutie van 2560x1440 beeldpunten (en dus een pixeldichtheid van zo'n 109 ppi), gemonteerd op een in hoogte verstelbare voet van metaal, waaraan een handvat is bevestigd om het scherm mee te torsen. In het paneel is een uitschuifbare houder voor een headset opgenomen. Beide schermen voelen zeer degelijk aan en zijn bovengemiddeld zwaar, waarbij de AG273QCX net wat meer weegt. Prettig is dat beide relatief ondiep zijn, er zijn heel wat gaming monitoren die meer ruimte op het bureau innemen.

De rest van de pagina wijden we aan de verschillen. Om te beginnen, het design: dat is volledig anders. De AG273QCX met Freesync heeft een donkergrijze variant van de voet die we kennen van de tweede generatie Agon-modellen, zoals de AG352UCG6. Een beetje insectoïde, futuristische constructie, waarop het paneel kan zwenken, kantelen, roteren en uiteraard in de hoogte bewegen. Het donkergrijs spreekt ons wel aan, meer dan het glimmende aluminium van de eerste Agon-generatie - al is dat vermoedelijk ook een kwestie van verandering van spijs die doet eten. Het is weer wat nieuws. De AG273QCG met G-sync daarentegen is overwegend zwart van kleur, met rode accenten in de in een V vooruitstekende poten van de voet, en een deel van de verticale basis. Dit model heeft dezelfde verstelmogelijkheden, maar het paneel zwenkt aan de ophanging, in plaats van dat het bovenste deel daarvan rond de y-as draait. Ook de hoogteverstelling is anders. Het Freeysnc-scherm staat zo'n 3 cm hoger in zowel de hoogste als laagste stand.

Aansluitingen

Ook op het vlak van aansluitingen de nodige verschillen. De AG273QCG maakt gebruik van de bekende G-sync scaler van Nvidia, en levert dus de te verwachten displayport 1.2 en hdmi 2.0 ingangen. Daarnaast is er een bordje met vier usb 3.0-poorten opgenomen, waarin we ook audio in- en uitgangen aantreffen. Daarover beschikken beide monitoren. Opmerkelijk: beide hebben ook een ingebouwde voeding (pluspunt, want geen aparte 'baksteen'), maar de vereiste mickey-mouse-stekker prik je net omgekeerd in afhankelijk van het model. 

De AG273QCX heeft meer mogelijkheden, daarop treffen we zelfs een dsub15-aansluiting (vga). Het nut daarvan is beperkt wat ons betreft, maar twee keer displayport 1.4 en twee keer hdmi 2.0 zijn nuttiger. Verder zit er een mini-usb type-b poort op, waarmee je een bedrade afstandsbediening kunt aansluiten. Daarmee onderscheidt AOC zich al langer; hiermee kan je het menu bedienen en tussen presets wisselen, wat praktischer is dan met het joystickje onder de schermrand. Bij de G-sync scaler is dit technisch niet mogelijk, dus daar ontbreekt ook die aansluiting. In de afbeelding zie je rechts de afstandsbediening van de AG273QCX, daarnaast het model dat AOC met oudere Agon-monitoren met Freesync meeleverde.

Bijzonderheden: Light FX, motion blur reductie, HDR

De Agon AG273QCX, het model met Freesync dus, heeft achterop een rand met rgb led-verlichting rond de bevestiging. Middels de 'Light FX' voorziening in het menu kan je hier een aantal kleuren en kleurpatronen mee weergeven. Deze synchroniseert niet met een van de diverse standaarden in de markt (bijv. van Asus, Corsair of Razer) en de helderheid is beperkt - je ziet er dus niets van wanneer je naar de voorkant van het scherm kijkt, zoals je doorgaans zal doen. Er is geen sprake van een reflectie op de muur, net zo min overigens als bij de andere monitoren met een vergelijkbare verlichting die we hebben getest, zoals van Asus, Gigabyte, LG of MSI. 

Anti-motion blur

Belangrijker is dat beide schermen een vorm van motion blur reductie bieden, in de vorm van een strobing (knipperend) backlight. Hiervoor is een vaste verversingsfrequentie een vereiste - het gaat dus nadrukkelijk niet samen met Freesync of G-sync. Bij het G-sync model is dit de aloude ULMB, de Freesync Agon 3 heeft een eigen implementatie. Bij een voldoende hoge framerate (144 fps) en corresponderende verversingsfrequentie levert dit een zichtbare verbetering van de waargenomen scherpte op, maar bij een lagere snelheid leidt het tot een hinderlijk, knipperend effect. Om in moderne games bij deze resolutie die snelheid consistent te ervaren, heb je of een heel snelle videokaart nodig, of je moet concessies doen aan de beeldkwaliteit door de instellingen te verlagen. 

Nu varieert per gebruiker wat als storender wordt ervaren: sommigen ergeren zich meer aan tearing effecten, en die gebruikers kunnen beter G-sync dan wel Freesync actief laten; anderen vinden juist motion blur vervelender, en voor hen is allicht de aanwezigheid van een mogelijkheid dat tegen te gaan prettig. Je hebt de keuze, maar die betekent onvermijdelijk ook een compromis. Hoe dan ook neemt de waargenomen helderheid af bij gebruik van een strobing backlight, maar in de praktijk is dat geen groot nadeel.

HDR

De AG273QCX ondersteunt hdr-weergave, in de vorm van een hdr10-signaal, vooralsnog de standaard voor pc games. Het scherm is ook DisplayHDR400 gecertificeerd, en kan de dci-p3 kleurruimte goeddeels (90%) weergeven. Daarmee biedt het in hdr-modus in elk geval een rijkere kleurweergave. Helaas is de helderheid niet voldoende om het kenmerkende contrast met hoge piekhelderheden te reproduceren. De AG273QCG biedt geen hdr-weergave, zoals bekend behoudt Nvidia dat voor aan G-sync HDR-monitoren, waar (hele) hoge eisen voor gelden - met navenant hoge prijzen.