AMD Ryzen 3 3100 & 3300X review: de quadcore is nog niet dood!

3100 vs. 3300X: 1 versus 2 CCX'en

Zoals we op de eerste pagina beschreven, bestaat de AMD Ryzen 3 3100 intern uit twee core-duo's in beide ccx'en, terwijl er bij de 3300X slechts één ccx actief is met vier cores. Daarmee zou de 3300X theoretische voordelen qua latency en consistentie daarvan hebben.

We hebben de latencies van elke thread naar elke andere thread gemeten met SiSoftware Sandra. Ook als we puur naar de latency binnen één core (van de fysieke naar de virtuele thread) kijken, doet de Ryzen 3 3300X het door zijn hogere kloksnelheid al iets beter. De latency naar het ándere ccx gaat bij de Ryzen 3 3100 door het dak: gemiddeld komen we uit op bijna 77 ns, terwijl de twee laatste cores bij de 3300X gewoon in hetzelfde ccx zitten en dus net zo'n lage latency hebben als de twee eerste.

Op papier is de kloksnelheid het enige verschil tussen de Ryzen 3 3100 en 3300X. De maximale single-core turbo ligt 10% hoger bij de 3300X, de all-core turbo geeft AMD niet op maar is in de praktijk 3867 MHz voor de 3100 en 4267-4300 MHz voor de 3300X, wederom verschil van een dikke 10%.

In de benchmarks zien we echter regelmatig grotere winsten voor de 3300X dan puur op basis van de kloksnelheid mogelijk zou moeten zijn. In Cinebench en Blender presteert de 3300X bijvoorbeeld 13 tot 14 procent beter dan de 3100. Ook in Word, bij de x265-conversie en in enkele AIDA64-tests zien we verschillen die vermoedelijk deels aan de lagere interne latencies toe te schrijven zijn.

Bij de games is er één voorbeeld dat boven het maaiveld uit springt: in Factorio weet de 3300X 13% meer cycli per seconde af te leggen. In de frametimes lopen The Division 2 en Total War: Three Kingdoms duidelijk soepeler op de 3300X - ook deze winsten van 24 en 26 procent heeft de 3300X te danken aan de betere interne opbouw.