De toekomst
De ssd die je anno 2020 koopt, ziet er in veel opzichten anders uit dan het exemplaar waar je tien jaar geleden reuze trots op mocht zijn. Het complete ecosysteem van opslag, dat was bedacht op de mechanische harddisk, heeft zich aangepast aan de ssd: de formfactor (van 2,5 of 3,5” naar m.2), de interface (van sata naar pci-express) en het protocol (van ahci naar nvme). De controller die het geheel aanstuurt is veel slimmer en sneller geworden. Ook het flashgeheugen steekt door de komst van 3d-nand significant anders in elkaar.
De Toshiba BG4, een opvallende m.2-ssd die dankzij zijn formaat (m.2 2230) vrijwel even groot is als een sd-kaart.
Op de korte termijn is het groeipad van de ssd-techniek daarom vrij concreet: er worden steeds meer lagen gebruikt. 96 lagen begint nu langzaam de standaard te worden, 128 lagen komt eraan en volgens de roadmaps van diverse flashfabrikanten naderen we tegen 2025 de 500 lagen. Tegelijkertijd zijn de fundamentele nukken van flashgeheugen nog altijd dezelfde, met beperkingen op de gebieden van snelheid en betrouwbaarheid. Met een arsenaal aan slimme trucs leveren ssd-controllers daar strijd tegen. De nieuwe uitdagingen die uit de doorontwikkeling van 3d-nand voortkomen zullen vereisen dat de controllers steeds geavanceerdere algoritmes gebruiken om ze te compenseren.
De voorzienbare toekomst van nand-flashgeheugen mag dankzij 3d-nand dan wel zijn veiliggesteld, op de langere termijn hebben we een opvolger nodig die het liefst afrekent met de aloude nadelen van flash. Het door Intel en Micron ontwikkelde 3D XPoint leek een belangrijke kandidaat, maar is en blijft vooralsnog zo duur dat het alleen in de grootzakelijke wereld een rol speelt. Intels pogingen om het met kleine cachingmodules in consumentenhanden terecht te laten komen, zijn weinig succesvol gebleken. Naar technisch geavanceerde alternatieven als reram, mram en pcm is veel onderzoek gedaan, maar tot economisch haalbare massaproductie is het nog niet gekomen.
3D XPoint probeert de beste karakteristieken van dram en nand te combineren, maar ssd’s die er gebruik van maken zijn vooralsnog peperduur.
Voorlopig is dat voor de consument ook niet zo relevant. Waar de harde schijf zich in de loop der tijd tot een duidelijke flessenhals heeft ontwikkeld, zal de gemiddelde consument al moeite hebben om een sata- en nvme-ssd uit elkaar te houden, laat staan dat er behoefte is aan nog betere prestaties. Opslag is nu zo snel dat de bottleneck weer bij andere componenten in de pc is komen te liggen, of misschien wel bij de gebruiker zelf. Tegelijkertijd is de pc-ssd lang niet meer de grootste bron van vraag naar flashgeheugen. Dat is tegenwoordig de smartphone. Toch hoeft dat geen obstakel te zijn voor verdere innovatie: ook bij opslag voor mobiele apparaten is er vraag naar meer capaciteit, snelheid en energiezuinigheid. Hooguit liggen de accenten iets anders dan bij ssd’s voor laptops en desktops.