nVidia nForce 780i SLI test: ASUS P5N-T Deluxe en Striker II Formula

Inleiding

Wie tot voor kort een supersnel gamesysteem wilde bouwen met een combinatie van enerzijds twee nVidia videokaarten in SLI en anderzijds een moderne Intel Core 2 45 nm 'Yorkfield' processor, kwam bedrogen uit. Immers, om SLI te kunnen gebruiken is het verplicht om een moederbord met nVidia-chipset te bezitten, maar de populaire high-end nForce 680i chipset bleek niet geschikt voor Intels nieuwste generatie processors. Gelukkig is er inmiddels een oplossing in de vorm van de 'nieuwe' nForce 780i chipset, die naast ondersteuning voor de nieuwe generatie CPU's ook de mogelijkheid toevoegt om SLI met drie videokaarten te draaien. Het woord 'nieuwe' zetten we echter uitdrukkelijk tussen aanhalingstekens: zó nieuw is nVidia's nieuwe chipset namelijk niet...

In de markt voor chipsets blijft nVidia een niche speler: vergelijken we het marktaandeel van nVidia met bijvoorbeeld dat van Intel dan valt eerstgenoemde echt in het niet. Toch is nVidia juist succesvol in een heel belangrijke niche markt, die van high-end moederborden waarop door de fabrikanten relatief veel geld wordt verdiend. De troef in nVidia's SLI-systeem; de hoeveelheid mensen die daadwerkelijk twee videokaarten combineert is dan misschien slechts beperkt, het wordt door velen wél gezien als een belangrijke optie voor high-end moederborden, wat ertoe leidt dat voor velen de aankoopkeuze toch richting een nVidia bord doorslaat. Geen wonder dat nVidia haar troef maar wat graag in eigen beheer houdt. Want hoewel er technisch geen enkele reden te bedenken valt waarom op een Intel-gebaseerd moederbord met twee PCI-Express x16 poorten geen SLI gebruikt kan worden, zorgt de GPU-leverancier er softwarematig voor dat een dergelijke combinatie niet functioneert. Wie nu met een Intel processor gebruik wil maken van SLI is dus eigenlijk overgeleverd aan de nieuwe nForce 780i. Een straf is dat zeker niet.