Voordelen van zelf bouwen
Uiteraard kan je een desktop nog altijd ‘van de plank’ halen. Het aanbod in winkels is vooral gericht op de prijsbewuste koper, maar bij specialisten en zeker ook online kan je nog krachtige kant en klare systemen vinden, al dan niet op maat samen gesteld door de shop waar je gaat winkelen. Dat heeft voordelen – de shop is verantwoordelijk voor het samenwerken van alle onderdelen met elkaar en geeft garantie op het geheel van het systeem. Het nadeel is dat je bij standaardconfiguraties soms genoegen moet nemen met compromissen: net niet de processor die je voor ogen stond, een wat te zwakke videokaart of een hardeschijf in plaats van een SSD.
Bij zelf bouwen krijg je precies het systeem zoals jij dat wilt.
Wil je volledige controle, dan kun je natuurlijk onderdelen uitkiezen en die door een shop laten assembleren, maar daar betaal je wel wat meer voor én je laat een unieke kans voorbij gaan om echt te zien hoe een systeem in elkaar steekt. Dat is waardevolle kennis, want het maakt een toekomstige upgrade eenvoudig wat weer kosten kan besparen. Ook in geval van een defect onderdeel kan je sneller zelf iets vervangen, dan dat je een heel systeem wegbrengt en er soms weken op moet wachten.
Veranderingen
Om die reden leggen we graag uit hoe je zelf een desktop-PC in elkaar steekt. Sinds de vorige keer in 2011 is er het een en ander veranderd. 2011 was het jaar van Sandy Bridge en Sandy Bridge-E, de tweede generatie Intel Core-architectuur. Inmiddels zijn we aangeland bij Haswell en Haswell-E, de vierde generatie. Bij AMD hadden we het nog over Phenoms, inmiddels zijn die al lang en breed opgevolgd door de FX- en A-processors. SSD’s waren eind van dat jaar net een beetje betaalbaar aan het worden in capaciteiten van 120/128GB, dit jaar heb je een 512GB exemplaar voor hetzelfde geld. Destijds was de grootst verkrijgbare hardeschijf 3TB, inmiddels is dat 6TB – met 8TB in zicht.
Als we kijken naar de polls die we regelmatig onder onze bezoekers houden, was in 2011 4GB werkgeheugen standaard (40% van de antwoorden) en 8GB in opkomst (28%), in 2014 heeft 42% 8GB en ruim 26% zelfs 16GB werkgeheugen.
Qua videokaarten is ook het een en ander veranderd, maar minder dan je zou verwachten. Op de valreep van 2011 introduceerde AMD de Radeon HD 7970, gebaseerd op de toen gloednieuwe Graphics Core Next architectuur. De eerste GPU met PCI Express 3.0, de eerste met DirectX 11.1, de eerste met 28nm transistors. Nvidia volgde in maart 2012 met de GTX 680, gebaseerd op de Kepler-architectuur, met vergelijkbare eigenschappen. Bijna drie jaar later mogen we constateren dat we nog steeds met deze producten van doen hebben. Ze heten anders en de prijzen zijn anders, maar zowel AMD als Nvidia werkt nog met dezelfde architectuur en ook qua productieprocedé, API en interface is er niets gewijzigd. PCI Express 3.0 is inmiddels ingeburgerd, dat wel. Volgend jaar gaan we vermoedelijk weer grote stappen op dit vlak zien, voor dit jaar valt het te betwijfelen.
Op het gebied van behuizingen en voedingen zien we vooral verfijning. Kasten worden steeds handiger en features die vroeger premium waren, zijn nu standaard, maar er worden nog genoeg bijzondere en luxe modellen gemaakt, zoals het exemplaar dat we voor deze editie gebruiken. Bij voedingen is 80Plus Gold de standaard aan het worden en zien we 80Plus Titanium aan de horizon. Verder zien we dat optische drives steeds minder verkocht en gebruikt worden – deze editie is dan ook zeer waarschijnlijk de laatste dat we er nog een inbouwen.
Waar we dit keer voor het eerst kort aandacht aan besteden is de randapparatuur: zonder toetsenbord, muis en monitor is menig desktop-PC weinig meer dan een dure vorm van kubistische tafeldecoratie. Om er ook prettig mee te werken, is meer nodig.
1 besproken product
Vergelijk | Product | Prijs | |
---|---|---|---|
![]() |
Hardware.Info Bouw Je Eigen PC 2014 (ATX)
|
Niet verkrijgbaar |