11 projectoren tot 1500 euro getest

Inhoudsopgave
  1. 1. Inleiding
  2. 2. LCD en DLP
  3. 3. Voor- en nadelen van DLP projectie
  4. 4. Sanyo, Epson, Mitsubishi
  5. 5. Hitachi, ViewSonic, 3M, Canon
  6. 6. Sony, Infocus, BenQ, Acer
  7. 7. Specificaties
  8. 8. Conclusie

LCD en DLP

LCD Projectie
Bij alle huidige digitale projectoren wordt het beeld verzorgd door slechts één lamp. Deze lamp schijnt op, of door, een digitaal paneel waarna al het licht door één enkele lens op een scherm wordt geprojecteerd. Het meeste bekende en meeste gebruikte type digitale projector maakt gebruik van LCD technologie. LCD (TFT) schermen kennen we allemaal van platte monitoren, maar ook van de displays in onze digitale video- en fotocamera’s.
LCD projectoren werken met een drietal zeer kleine LCD paneeltjes die elk slechts één kleur weergeven. De drie panelen staan zeer dicht achter elkaar en worden van achteren belicht door een sterke lamp. Het lamplicht dat erdoorheen schijnt, krijgt de kleurinformatie van de panelen mee en wordt door middel van een lens keurig op het scherm geprojecteerd.

Nadelen van LCD

LCD projectie kent helaas een aantal grote nadelen. De lamp die door de LCD panelen heen schijnt, brandt namelijk altijd even hard, onafhankelijk van het beeld dat wordt weergegeven. LCD panelen kunnen helaas niet al dat licht van de lamp tegenhouden. Wanneer een zwart beeld wordt weergegeven dan zullen de drie LCD panelen ‘dichtgaan’ om zoveel mogelijk licht tegen te houden, iets wat helaas nooit helemaal lukt. Hierdoor is de weergave van zwart erg matig op LCD projectoren, en dat valt vooral op in donkere scènes.
Een ander nadeel van LCD technologie is de eerder genoemde pixelstructuur die vaak duidelijk zichtbaar is. Een LCD paneel bestaat immers uit losse pixels (beeldpunten) die op een raster geplaatst zijn. De individuele pixels zijn niet direct tegen elkaar geplaatst, tussen aangrenzende pixels bevindt zich een kleine ruimte waar geen licht doorheen schijnt. Wanneer een LCD projector goed scherpgesteld staat is dit goed te zien: op het scherm zijn de afzonderlijke pixels duidelijk waarneembaar doordat er tussen alle pixels kleine ‘open’ ruimtes zijn. Door verbeterde technologie is de tussenruimte tussen de pixels tegenwoordig een stuk kleiner dan voorheen. Bovendien hebben projectoren met een hogere resolutie minder last van dit effect dan apparaten met een lagere resolutie. Gelukkig is dit nadeel grotendeels op te heffen door de lens zo te draaien dat het beeld net een klein tikkeltje onscherp is. Op die manier worden de pixels iets wazig weergegeven en lopen de lege ruimten ‘vol’ met strooilicht. Het beeld lijkt hierdoor iets minder scherp, voor film- en videoweergave is het echter veel prettiger om naar te kijken.
Een ander nadeel van LCD projectoren, en van digitale projectoren in het algemeen, is de levensduur van de lamp. Afhankelijk van het gebruikte type moet deze na 2000 tot 4000 uur vervangen worden. Na deze tijd kan de lamp instabiel worden en zelfs exploderen met alle nare gevolgen van dien. Helaas zijn de gebruikte lampen erg duur, prijzen variëren van zo’n 250 euro tot wel 600 euro per stuk.

DLP projectie

Om de zichtbare pixelstructuur en het matige zwartniveau van LCD projectoren op te lossen is een aantal jaar geleden een nieuw soort projectietechnologie op de markt verschenen met de naam ‘DLP’ wat staat voor Digital Light Processing. DLP projectoren werken met Digital Mirror Device (DMD) chips. Deze chips zijn voorzien van een groot aantal piepkleine spiegeltjes die razendsnel gedraaid kunnen worden. De hoeveelheid spiegeltjes hangt af van het type projector, modellen met 800x600 of 1024x768 spiegeltjes zijn het meest voorkomend. Elk spiegeltje zorgt voor de projectie van één pixel.
In tegenstelling tot LCD projectie schijnt het licht bij DLP niet door het digitale paneel maar wordt het licht van de lamp door de vele spiegeltjes weerkaatst. De spiegeltjes kunnen zoals gezegd gedraaid worden en kennen twee posities: Eén positie waarin het licht wordt weerkaatst naar het scherm en één positie waarin het licht niet naar het scherm weerkaatst wordt. Door het licht korter of langer naar het scherm te sturen is de geprojecteerde pixel naar gelang donker of helder.
Wanneer een spiegeltje maar heel even naar het scherm gericht wordt zal dus een donkere pixel te zien zijn, blijft de spiegel langer op het beeld gericht dan neemt het menselijk oog de pixel als ‘licht’ waar.

De spiegeltjes kunnen echter geen kleur produceren en ook de lamp in de projector kan alleen wit licht uitzenden. Om toch kleuren weer te geven word gebruik gemaakt van een kleurenwiel. Dit is een doorzichtige schijf die de kleuren rood, groen en blauw bevat. Deze schijf draait razendsnel voor de lamp en zorgt ervoor dat het licht dat naar de DMD chip wordt gezonden razendsnel van kleur wisselt. De DMD chip is hierop ingesteld en zorgt ervoor dat bijvoorbeeld blauwe beeldelementen precies op dát tijdstip naar het scherm gereflecteerd worden als het blauwe filter van het kleurenwiel zich voor de lamp bevindt. Het ‘mengen’ van de drie primaire kleuren gebeurt door deze zeer snel achter elkaar op dezelfde plaats op het scherm te projecteren. Het menselijk oog kan niet zo snel reageren en onze hersenen ‘mengen’ de kleuren met elkaar tot de gewenste kleur. Bij DLP projectie wordt dus ingenieus omgesprongen met de beperkingen van het menselijk zicht.

Advertentie
0