Voor- en nadelen van DLP projectie
Het grootste voordeel van DLP ten opzichte van LCD is het sterk verbeterde zwartniveau. Wanneer de spiegels het licht niet naar het scherm sturen, komt er veel minder licht uit de projector dan bij een LCD projector het geval is. Er wordt nog wel iets aan licht naar het scherm weerkaatst, maar zoals gezegd veel minder. Hierdoor neemt het contrast enorm toe.
Een ander voordeel is de zeer kleine afstand tussen de spiegeltjes op de DMD chip. Hierdoor zijn de ‘lege’ ruimtes tussen de verschillende pixels veel kleiner dan bij LCD het geval is waardoor het geprojecteerde beeld meer als één geheel overkomt en minder uit losse pixels lijkt te bestaan.
DLP heeft echter een nadeel. Het mengen van kleuren door middel van het kleurenwiel berust op de aanname dat onze hersenen zich laten foppen en meerdere na elkaar geprojecteerde primaire kleuren ‘mengen’ tot de gewenste kleur. Zolang je je ogen op hetzelfde punt op het scherm gericht houdt, is dit ook geen enkel probleem. Bij snelle bewegingen van de ogen, bij voorbeeld bij het lezen van ondertiteling, hebben sommige mensen er echter last van dat heldere objecten een kleursluier achter zich lijken te hebben. Wanneer de ogen snel bewegen is de tijd om de kleuren door de hersenen te laten mengen namelijk te kort en zien sommige mensen delen van het beeld in primaire kleuren. Dit wordt het ‘regenboogeffect’ genoemd. Nieuwe DLP’s onderdrukken dit effect door het kleurenwel sneller te laten draaien, waardoor het probleem minder zichtbaar wordt. Bovendien is het zo dat lang niet iedereen gevoelig is voor het regenboogeffect. De een ziet het meteen, de andere kan het zelfs met inspanning niet opmerken.
Mogelijkheden van projectoren
Deze test richt zich op projectoren aan de onderkant van de markt, met een winkelprijs tot ongeveer 1500 euro. Waar projectoren met een dergelijk prijskaartje enkele jaren geleden nog moeilijk te vinden waren, zien we nu dat alle geteste projectoren standaard zelfs over een redelijk compleet uitrustingsniveau beschikken.
Zo zijn alle geteste exemplaren voorzien van een zoomlens die ervoor zorgt dat de plaatsing van de projector ten opzichte van het scherm niet bijzonder kritisch is, en door middel van optische zoom gemakkelijk de juiste beeldgrootte verkregen kan worden. Een variabele focuslens zorgt er bovendien voor dat het beeld ook op elke afstand scherp op het scherm komt te staan.
Ook vinden we tegenwoordig op alle projectoren standaard ondersteuning voor Keystone correctie. Keystone vervorming, het bekende trapeze-effect treedt op wanneer de projector niet evenwijdig aan het scherm staat opgesteld. Wanneer er bijvoorbeeld onder een hoek omhoog wordt geprojecteerd is de bovenkant van het geprojecteerd beeld verder van de lens verwijderd dan de onderzijde, waardoor de bovenkant van het beeld te hoog en te breed op het projectiescherm terecht komt. Projectoren hebben tegenwoordig allemaal de mogelijkheid om deze optische vertekening digitaal te corrigeren. In de praktijk houdt dit in dat de vervorming in omgekeerde vorm door de projector wordt geprojecteerd. Wanneer de bovenkant van het beeld door de Keystone vervorming bijvoorbeeld 10% breder zou zijn dan de onderzijde dan compenseert de projector dit door de bovenkant 10% kleiner te projecteren zodat het beeld zonder vervorming op het scherm terecht komt. Het grote nadeel van deze correctie is echter het verlies aan beeldkwaliteit. Als het beeld normaal gesproken bijvoorbeeld 800 pixels breed is dan neemt de Keystone correctie daar in bovenstaand geval 10% van weg, wat ervoor zorgt dat de resolutie omlaag gaat naar 720 pixels. Aangezien de digitale correctie van onder naar boven geleidelijk verloopt, ontstaan bovendien lelijke aliasing effecten, waardoor met name tekst er niet netjes uitziet als Keystone correctie wordt ingeschakeld. Als het maar enigszins mogelijk is heeft een correcte opstelling van de projector, waarbij Keystone correctie niet nodig is, dus altijd uitdrukkelijk de voorkeur.
