Alleenheerschappij voor LG
Hoewel meerdere beeldschermfabrikanten de afgelopen decennia aan oled-technologie gewerkt hebben, is er momenteel feitelijk maar één partij die oled-panelen voor televisies fabriceert: LG Display. Samsung maakt wél veel kleinere oled-panelen voor smartphones en tablets, maar heeft zich in 2014 teruggetrokken uit de markt voor grote oled-schermen (zie kader). LG Display heeft daarmee feitelijk een monopolie op de productie van oled-panelen voor televisies, wat meteen ook verklaart waarom zusterbedrijf LG Electronics de afgelopen jaren als enige fabrikant oled-televisies op de markt bracht.
Die monopolypositie kwam LG de afgelopen jaren goed uit: wie op zoek was naar een alternatief voor lcd-technologie kwam automatisch uit bij een oled-televisie van LG. In 2015 leverde LG voor het eerst oled-panelen aan een andere grote televisiefabrikant. Panasonic lanceerde toen namelijk een curved oled-televisie op basis van een LG paneel. Die tv was echter veel duurder dan de oleds van LG en is bovendien niet leverbaar geweest in Europa.
Tot begin 2016 had LG de markt voor oled televisies met modellen zoals deze EF950V voor zichzelf alleen.
Vorig jaar heeft LG besloten dat het strategisch gezien interessanter is geworden om haar oled-panels niet alleen via producten van LG Electronics aan de man te brengen, maar ook andere televisiefabrikanten tegen concurrerende prijzen oled-panels te gaan leveren. Waarom LG deze keuze toen heeft gemaakt is niet geheel duidelijk, maar een grotere afzet betekent dat de productiekosten verder omlaag kunnen. Bovendien straalt een bredere adoptie van oled door andere televisiemerken ook meer vertrouwen in de technologie uit, wat in potentie meer consumenten over de streep zal trekken om een oled-televisie aan te schaffen. Wat de redenen ook mogen zijn, feit is dat er vanaf dit jaar ineens veel meer te kiezen valt als je op zoek bent naar een oled-televisie, want behalve bij LG Electronics kan je nu ook terecht bij Sony, Panasonic en Philips.