Kingdom Come: Deliverance benchmarks: zwaarden, schilden én frametimes

Inleiding

Tussen alle games van zogenaamde triple-A studios door komt er af en toe een spel uit dat ondanks een veel kleiner budget alsnog heel veel voor elkaar krijgt. Kingdom Come: Deliverance is zo'n spel. De videokaarten in ons testlab zijn in het gareel gespannen. Wat heb je nodig om te overleven in de middeleeuwse wereld van het Koninkrijk Bohemen?

Het Tsjechische Warhorse Studios is een behoorlijke tijd bezig geweest met het ontwikkelen van Kingdom Come: Deliverance. In februari 2012 kondigde de studio aan te beginnen met een role-playing game, nadat een licentie op de CryEngine 3 was verkregen. Het doorontwikkelen ging ook niet zonder slag of stoot, want Warhorse kreeg zijn beoogde investeerders niet overstag en moest via een Kickstartercampagne geld verzamelen om Kingdom Come te kunnen maken en uitbrengen.

Halverwege februari was het dan toch zover: Kingdom Come: Deliverance kwam uit voor de PS4, Xbox One en voor Windows op de pc. De Windows-versie maakt gebruik van de DirectX 11-api, en vereist als processor volgens de ontwikkelaars minimaal een Intel Core i5 2500K of AMD Phenom II X4 940. Aanbevolen wordt echter een Intel Core i7 3770, AMD FX-8350 of sneller. Als grafische kaart voldoet een Nvidia GeForce GTX 660 of AMD Radeon HD 7870, maar een AMD Radeon RX 580 of Nvidia GeForce GTX 1060 6 GB zijn aanbevolen. Qua werkgeheugen kun je met 8 GB al aan de slag, al geeft het spel de voorkeur aan 16 GB of meer. De vereiste 64-bits versie van Windows en 40 GB opslagruimte zijn tegenwoordig niet meer opvallend te noemen.

Kingdom Come: Deliverance ligt voor zo'n 50 euro in de winkel.

De gamepers is gemengd enthousiast over Kingdom Come: Deliverance. Tweakers geeft een 7,5 en schrijft als pluspunten de sfeer, variatie en muziek, maar heeft bedenkingen bij de bugs, glitches en het wisselende niveau van de stemacteurs. Gamer.nl geeft het spel een 8 en roemt het uitdagende vechtsysteem en de vrijheid in het spel. XGN geeft een 6,5 en noemt ook het realisme als pluspunt, maar valt over de technische fouten en sporadisch tegenvallend voice acting.