Haal alles uit je wifi: Dit kan je doen om je wifi-netwerk te verbeteren

Inhoudsopgave
  1. 1. Inleiding
  2. 2. Technische vooruitgang, maar wanneer?
  3. 3. Klaar voor de start?
  4. 4. Koop zelf een router!
  5. 5. Plaatsen en instellen
  6. 6. Optie 1: Repeater
  7. 7. Optie 2: Powerline
  8. 8. Optie 3: Access points
  9. 9. Optie 4: multiroom-wifi
  10. 10. Conclusie

Inleiding

Waar zouden we zijn zonder goede wifi? Nou gewoon thuis, maar dan toch wel met chagrijnige partners, ontevreden kinderen en huisgenoten die je met de nek aankijken. Wij geven je inzicht in hoe je je wifi-netwerk optimaliseert en met een gerust hart thuis kan komen.

Het was het jaar 1997 toen de eerste standaard voor draadloze netwerken werd vastgelegd: 802.11 legacy. Dat was geenszins het begin van de kettingreactie aan gebeurtenissen die ons uiteindelijk het genot van wifi bracht. In feite kan je teruggaan naar grootheden als Heinrich Hertz die in 1887 het bestaan van elektromagnetische golven ontdekte en Guglielmo Marconi die in 1896 als een van de eerste erin slaagde om morse-berichten via de ether te versturen.

Iets dichter bij onze tijd was het de Amerikaanse actrice en uitvindster Hedy Lamarr die een manier bedacht om radiocommunicatie middels frequency hopping te vrijwaren van storing van buitenaf. Samen met componist George Antheil bedacht ze een techniek waarbij er zo vaak van frequentie wordt gewisseld, dat de kans op interferentie nihil is en onderschepping of verstoring van buitenaf haast onmogelijk wordt. Die techniek wordt tot op de dag van vandaag nog steeds gebruikt in praktisch elke draadloze communicatietechniek.


Gebruikster ALOHAnet (bron: www.computerhistory.org)

Begin jaren ’70 van de vorige eeuw waren het enkele wetenschappers van de Universiteit van Hawaii die bij gebrek aan een telefoonnetwerk een eigen draadloze communicatienetwerk - bekend als ALOHAnet - wisten te creëren. Toen de Amerikaanse FCC een decennium later in 1985 de 900 MHz, 2,4 GHz en 5,8 GHz banden vrijgaf, werd er opnieuw een cruciale stap gezet. Daarbij mogen we zeker ook niet de Nederlander Cees Links vergeten. Hij werkte begin jaren ’90 in Nieuwegein voor het Amerikaanse bedrijf NCR aan een draadloos kassasysteem. Enkele jaren later zou al het werk van deze en vele anderen dus samenkomen in 802.11 legacy, waarmee wifi het levenslicht zag.

Inmiddels zijn we zo’n 22 jaar verder en maken we gebruik van de vijfde iteratie met de naam 802.11ac (WiFi 5), terwijl de zesde standaard – 802.11ax (WiFi 6) – op een enkele formaliteit na klaar is om in gebruik genomen te worden. Dat laatste is maar goed ook, want we lopen tegen de beperkingen van 802.11ac aan. Toen de overstap van 802.11n (WiFi 4) naar 802.11ac werd gemaakt was het devies duidelijk: meer bandbreedte door zaken als hogere modulatie, ondersteuning van mu-mimo en bredere kanalen. Dat was toen precies waar de meeste gebruikers op zaten te wachten: meer snelheid voor het meestal op een hand te tellen aantal apparaten dat via wifi was aangesloten.

Al gauw kwamen er echter meer en meer apparaten bij en inmiddels heeft een gemiddeld huishouden meer connected devices dan je op twee handen kunt tellen. Daar zitten ook veel IoT-apparaten bij, zoals bijvoorbeeld bewegingssensoren voor een anti-inbraaksysteem. Dergelijke apparaten hebben niet veel bandbreedte nodig, maar nemen die wel in door de beperkingen van de 802.11ac standaard. De komende jaren zal de trend van steeds meer connected devices volgens alle verwachtingen doorzetten en de verstopping zal zodoende enkel toenemen.

Een eerdere versie van dit artikel verscheen in Hardware.Info Magazine #4/2019. Neem een abonnement op Hardware.Info Magazine om als eerste onze beste, uitgebreidste artikelen te lezen en de gratis publicaties op deze site te steunen.

Advertentie
0