Regels ACM
Om welke regels gaat het eigenlijk? Hieronder vind je de belangrijkste regels van de organisatie, aangaande de aansluiting met het internet. Het volledige document kun je hier nalezen.
Vaste netwerkaansluitpunt is passief (2.1.4; pagina 8)
Het netwerkaansluitpunt bevindt zich op locatie van de eindgebruiker, aan het einde van de kabel die de netwerkaanbieder binnen heeft gebracht. Het netwerkaansluitpunt is dus het eerste punt op de locatie van de eindgebruiker waar een eindapparaat op aangesloten kan worden. Punt a) betreft een montage van de netwerkkabel op een passief kastje. Voor aansluiting op een glasnetwerk wordt het passieve kastje ook wel een Fiber Termination Unit (FTU) genoemd.
…..
Het netwerkaansluitpunt zelf beschouwt de ACM als passief. Dat wil zeggen: het netwerkaansluitpunt wordt niet gevoed door een spanningsbron op de locatie van de eindgebruiker.
……
Bij het zelf aansluiten van een glasvezelmodem (ook wel Optical Network Terminal genoemd) op een passieve netwerkaansluitpunt (FTU) bestaat er een risico dat het netwerkaansluitpunt beschadigd of vervuild raakt. Schade en/of vervuiling toegebracht aan het netwerkaansluitpunt door de eindgebruiker zelf, komt voor rekening van de eindgebruiker.
3.1 Interoperabiliteit (pagina 10-11)
BEREC noemt in de richtlijn drie bevindingen die betrekking hebben op de interoperabiliteit indien de locatie van het netwerkaansluitpunt zich bevindt op punt a). Deze punten zijn dat:
1) de interoperabiliteit tussen het netwerk en het eindapparaat dat op punt a) wordt aangesloten, alleen gegarandeerd kan worden als het eindapparaat aan de specificaties van dat netwerk voldoet (bijvoorbeeld. G.fast, VDSL2 vectoring, DOCSIS 3.1, GPON);
2) aanbieders van openbare communicatienetwerken in ieder geval de verplichting hebben om alle benodigde specificaties om interoperabiliteit te waarborgen openbaar dienen te maken;
3) toepasselijke maatregelen aanwezig dienen te zijn om aanbieders in staat te stellen hun netwerken te beschermen ingeval eindapparaten worden aangesloten die niet interoperabel zijn met het openbare communicatienetwerk.20
3.1.4 Maatregelen m.b.t. het beschermen van het netwerk (pagina 14)
……
Bij glasvezel toegangstechnologieën zijn er twee soorten hoofdstandaarden, namelijk Passive Optical Network (PON) en Point to Point (PtP) glasvezelnetwerken. Bij PON wordt net zoals bij DOCSIS een zogenaamd ‘shared medium’ netwerk ingezet om diensten aan te bieden. glasvezelmodems die niet compatible zijn met het PtP netwerk zullen geen andere gebruikers op dat netwerk storen. Ook in het geval dat een incompatibel PON glasvezelmodem wordt aangesloten op een desbetreffend netwerk zullen andere gebruikers hier geen hinder van ondervinden. Waar mogelijk wel storingen van komen is als een PtP glasvezelmodem wordt aangesloten op een PON met GPON apparatuur. Het is daarom van groot belang om de netwerk specificaties goed te specificeren.
Hoewel de ACM op grond van het voorgaande van oordeel is dat er in de technische standaarden rekening wordt gehouden met niet goed werkende apparaten zodanig dat andere gebruikers daar geen hinder van ondervinden, is de ACM ook van oordeel dat aanbieders eindgebruikers direct mogen afsluiten indien een door hen gekozen eindapparaat het netwerk zodanig verstoort dat andere gebruikers daar hinder van ondervinden. De aanbieder dient de betreffende eindgebruiker binnen één dag na afsluiting van het netwerk in kennis te stellen van de genomen maatregel. Bij de kennisgeving dient de (mogelijke) oorzaak vermeld te worden en welke stappen de eindgebruiker kan doorlopen om weer aangesloten te worden op het netwerk
4 besproken producten
Vergelijk | Product | Prijs | |
---|---|---|---|
![]() |
AVM Fritz!Box 5530 Fiber AON
|
€ 130,0015 winkels |
|
![]() |
AVM Fritz!Box 6591
|
Niet verkrijgbaar | |
![]() |
AVM Fritz!Box 6660 International
|
€ 189,0015 winkels |
|
![]() |
AVM Fritz!Box 6690 Cable Modem
|
€ 239,0018 winkels |