De keerzijde van de medaille
De overgang van Slot A naar Socket A lijkt alleen maar voordelen te hebben: zowel de CPU’s als de moederborden kunnen goedkoper geproduceerd worden, zodat de prijs van Athlon systemen flink zal dalen. Een AMD Athlon Thunderbird 750 MHz zal een stuk goedkoper zijn dan een “oude” Athlon 750 MHz. Het grote probleem is echter dat AMD duidelijk heeft gemaakt dat Socket A naar Slot A convertors niet mogelijk zijn. Terwijl we bij het Intel platform de nieuwe Socket 370 CPU’s probleemloos via een convertor op bestaande Slot 1 moederborden kunnen plaatsen, gaat deze vlieger bij AMD niet op! Als we bedenken dat AMD géén Slot A Thunderbirds in de losse verkoop wil plaatsen, kunnen we concluderen dat alle bestaande Slot A moederborden in één keer ouderwets zijn. Zoals ik ook al in de vergelijkingstest van de nieuwe KX133 Athlon moederborden schreef: nieuwe borden als de ABIT KA7 en ASUS K7V zullen nooit gebruikt kunnen worden met de nieuwe Socket A Thunderbirds.
Een ander vervelend puntje is dat AMD wél het cache geheugen op de CPU chip heeft geplaatst, maar niet de bus-breedte van de cache heeft vergroot, zoals Intel dat bij de Coppermine deed. De bandbreedte van de cache van de nieuwe Thunderbird is helaas nog steeds ‘slechts’ 64-bit. Dit houdt in dat we niet zulke grote performance-verschillen als bij de Pentium III Katmai en Pentium III Coppermine kunnen verwachten.
De Thunderbird nader bekeken
Op de foto van de nieuwe Thunderbird CPU zal iedereen de vier zwarte rondjes in de hoeken opvallen. Dit zijn vier ‘kussentjes’ waarop de CPU koeler kan rusten, om zo de kracht van de koeler over de hele CPU te verdelen. Voor de core van de Athlon alleen kan de kracht van een zware CPU cooler net te groot zijn. Onderstaande foto die van de zijkant is genomen laat de ‘kussentjes’ nog eens duidelijk zien:
De Thunderbird wordt op twee plaatsen geproduceerd: in AMD’s FAB25 in Texas, USA en in AMD’s nieuwe FAB30 in Dresden. Terwijl de CPU’s uit Texas nog gewoon met aluminium interconnects gefabriceerd worden, worden in Dresden nieuwe Athlons met koperen interconnects gefabriceerd. Het verschil is makkelijk te zien: de core van de aluminium Athlons heeft een blauwe schijn, terwijl de koperen Athlons een groene schijn hebben. Kwalitatief zit er geen verschil tussen beide versies, maar met de koperen Athlons kunnen we hogere snelheden behalen. Op onderstaande foto valt de groene schijn van onze koperen Athlon core duidelijk te zien:
Op de foto zien we meteen het opschrift van de nieuwe CPU. Bovenaan staat natuurlijk de naam van de nieuwe CPU, zoals we weten net als zijn voorganger gewoon “AMD Athlon”. De tweede regel biedt de meest interessante informatie:
De eerste letter geeft de processorfamilie aan. In dit geval A = Athlon.
De daarna volgende cijfers geven de snelheid van de CPU aan. In dit geval 0800 = 800 MHz.
De letter daarna geeft de uitvoering van de CPU aan: M = Slot A, A = Socket A.
De letter daarna geeft het gebruikte voltage aan: S = 1.5V, U = 1.6V, P = 1.7V, N = 1.8V.
De letter daarna geeft de maximale CPU-temperatuur aan: Q = 60 °C, X = 65 °C, R = 70 °C, Y = 75 °C, T = 90 °C.
Het daarna volgende cijfer geeft de grootte van de L2 cache aan: 1 = 64 kb, 2 = 128 kb, 3 = 256 kb, 4 = 512 kb, 5 = 1 MB, 6 = 2 MB, 7 = 4 MB, 8 = 8 MB.
De laatste letter geeft de gebruikte FSB aan: A = 133 MHz, B = 200 MHz, C = 266
Mhz.
Even voor de duidelijkheid: alle huidige Socket A Thunderbirds gebruiken een voltage van 1,7 V, hebben een max. temperatuur van 90 °C, hebben 256 kb cache en maken gebruik van een 200 MHz FSB. Alle nieuwe Socket A Thunderbirds hebben dus een code in de vorm: AxxxxAPT3B.
Warmte
Zoals ik in het stukje over de kussentjes ook al schreef, wordt de Thunderbird CPU erg heet. Door de kleinere afmeting van de core en de afwezigheid van een grote warmtegeleider in de vorm van de Slot A cartridge, kan de Thunderbird zijn warmte hele wat minder efficiënt dan zijn voorganger kwijt. AMD pleit dan ook voor een zware CPU-cooler en minimaal één extra koeler binnen de systeemkast. Ook verbruikt de nieuwe Thunderbird, net als zijn voorganger, heel wat vermogen. Een degelijke 300 Watt voeding is daarom nog steeds meer dan gewenst.
