Intel vs. AMD: 49 courante processors getest

Conclusie

Het zal niemand verbazen dat Intel met afstand de snelste CPU’s levert. AMD’s snelste processor van dit moment, de Phenom II X6 1100T, zit wanneer we alle benchmarks meenemen in een totaalscore op het niveau van de Intel Core i5 2310, een betaalbare i5 processor van de Sandy Bridge-generatie. De peperdure Intel Core i7 990X en de Intel Core i7 2600(K) wedijveren om de titel ‘snelste processor ter wereld’. De 990X heeft als Socket 1366 processor natuurlijk het voordeel van twee extra cores (zes in plaats van vier) en een extra geheugenkanaal (drie in plaats van twee), maar de vele architecturale verbeteringen in de Sandy Bridge architectuur kunnen dat in de meeste benchmarks compenseren. Alleen wanneer we ons puur richten op video-encoding en 3D-rendering benchmarks zijn de Gulftown CPU’s duidelijk sneller, maar we mogen wel direct concluderen dat het prestatieverschil het gigantische prijsverschil met geen mogelijkheid kan compenseren. In feite zijn Intels nieuwe Sandy Bridge-midrange CPU’s zo snel dat ze de high-end Socket 1366 CPU’s van de vorige generatie te vroeg overbodig hebben gemaakt. Gelukkig wordt Intels high-end platform spoedig vervangen door de Socket 2011 Sandy Bridge-E processors. De Core i7 2600K en Core i5 2500K blijven onbetwist onze favoriete CPU’s: de 2600K is wat sneller, de 2500K heeft een betere prijs/prestatieverhouding.

Letten we nog meer op de prijs, dan gooit AMD traditiegetrouw hoge ogen. De beste prijs/prestatieverhouding behalen – net als bij onze vorige grote processortest een jaar geleden – de AMD Athlon II X3 processors. Voor 60 à 70 euro koop je een processor met een zeer acceptabel prestatieniveau, net wat beter dan Intels Pentium G8xx processors, die ruwweg hetzelfde kosten. Daar komt bij dat je met een geschikt moederbord deze X3’s in een handomdraai promoveert naar quad-cores. De goedkopere Pentium G620 valt ook op vanwege een uitstekende prijs/prestatie-verhouding.

De aankoopbeslissing voor een AMD Phenom II is inmiddels lastig te verantwoorden. De X4’s liggen net boven het prestatieniveau van Intels Core i3’s (wat dual-core CPU’s zijn), de X6’en zitten op i5 niveau. Bij geen van beide processorseries weet AMD zich met een duidelijk betere prijs/prestatieverhouding te onderscheiden. Ook de dual-core Sandy Bridge gebaseerde Core i3’s zijn gewoon al behoorlijk snelle processors. AMD heeft Bulldozer echt nodig om in het mid-range segment weer een rol van betekenis te gaan spelen.

De nieuwe AMD A8 en A6 blijken interessante processors. De A8 3850 is in CPU-benchmarks ongeveer net zo snel als een gelijk geprijsde Intel Core i3 2105. De A6 3650 is net wat sneller dan de Intel Pentium G850. In beide gevallen is de geïntegreerde videokaart echter een stuk sneller.

Gaming

In games is dat verschil erg goed zichtbaar. In 3DMark Vantage scoort de AMD A8-3850 4225 punten en de A6-3650 komt op 3122 punten. Intels Core i7 2600K scoort 2245, de Core i5 2500K komt op 1706 punten en de verschillende Core i3’s en Pentiums met HD Graphics 2000 eindigen vlak boven de 1000 punten. Bij games zien we ook grote verschillen: Dirt 3 op 1680x1050 is op beide AMD processors uitstekend speelbaar. De Core i7 2600K zit op het randje, op de andere Intel CPU’s moet je echt lagere resoluties uitzoeken. H.A.W.X. 2 in 1680x1050 gaat als een trein op de AMD processors, maar het is op de instap-Intel CPU’s maar net speelbaar.

Wanneer je een losse videokaart gebruikt, blijken de prestaties daarvan belangrijker dan de processor, althans wanneer je speelt in de populaire 1920x1080-resolutie. Met de Radeon HD 5870 behalen we met alle geteste CPU’s zo’n 98 fps, alleen de Athlon II X2’s zijn iets trager. In Dirt 3 en H.A.W.X. 2 in 1920x1080 zien we alleen bij de Athlon II’s en Intel Pentiums een duidelijke vertraging in vergelijking met de andere CPU’s. Toegegeven, met snellere (of meer) videokaarten zal de processor eerder als bottleneck fungeren, maar met een kaart als de Radeon HD 5870 heb je aan een Intel Core i3 Sandy Bridge of AMD Phenom II X4 voldoende om op volle snelheid te kunnen gamen. Althans, qua 3D-prestaties, want wanneer een game op andere wijze de processor zwaar belast (physics, AI), zal een snellere CPU uiteraard in het voordeel zijn.

Koopadvies

De Intel Core i7 2600K (290 euro) en Core i5 2500K (201 euro) blijven onze favoriete processors op dit moment: supersnel en als kers op de taart ook nog eens goed overklokbaar. De 2500K heeft uiteraard een betere prijs/prestatieverhouding, maar de 2600K is duidelijk sneller. Processors van meer dan 300 euro hebben altijd al een matige prijs/prestatieverhouding gehad; op dit moment durven we zelfs te stellen dat we de aankoop ervan afraden: Intels high-end Socket 1366 platform loopt een generatie achter op Sandy Bridge, waardoor een peperdure 6-core Gulftown CPU maar zeer beperkt sneller is dan de 2600K. Als je een dergelijke investering wilt doen, kun je beter even wachten op Socket 2011.

In het prijssegment rond de 150 euro is de voorsprong van de winnaar minder groot, maar we moeten concluderen dat een Core i3 of een van de instap-Core i5’s een betere investering is dan een Phenom II X4 of X6. We zijn benieuwd of AMD daar verandering in kan brengen met de komst van de FX (Bulldozer) processors.

Bij de goedkopere processors trekt AMD overigens wel aan het langste eind. De Athlon II X3’s van rond de 70 euro zijn de processors met de beste prijs/prestatieverhouding. Wie een betaalbaar all-round systeem zonder losse videokaart wil aanschaffen, heeft met een AMD A6 of A8-processor de enige juiste keuze: qua CPU-prestaties vergelijkbaar met gelijk geprijsde Intel Pentium of Core i3 processors, maar qua prestaties van de geïntegreerde GPU hebben ze een gigantische voorsprong.