Testverantwoording
Voor het testen van de 21 monitoren, hebben we een standaard test-procédé opgesteld. Nadat we de verschillende monitoren uit de doos hebben genomen, zijn ze eerst allen grondig geïnspecteerd. Zaken waar op gelet werd zijn het uiterlijk van de monitor, de afwerking van de monitor, zaken die meteen op vallen, en zo verder. De meegeleverde handleiding en drivers op diskette of CD-ROM zijn uiteraard ook door ons bekeken en geïnstalleerd.
Het bovenstaande werd gedaan terwijl de monitor is aangesloten op ons 'opwarmsysteem' dat de monitor 10 tot 15 minuten van een videosignaal voorziet. Dit wordt gedaan omdat een monitor het beste presteert als hij een tijdje opgewarmd is. Bij navraag aan een fabrikant bleek 10 minuten voldoende te zijn, maar we hebben het zekere voor het onzekere genomen en de monitor langer dan 10 minuten laten opwarmen.
Om de monitoren op verschillende gebieden (zoals brightness, convergentie, moiré, en zo verder) goed te kunnen testen, hebben we gebruik gemaakt van het programma Philips Testpattern Generator 3.11. We hebben voor de aanvang van het testen verschillende testprogramma’s bekeken en vergeleken met elkaar. Zondermeer is het Philips programma een van de uitgebreidste software-pakketten om een monitor mee te testen. Om het programma zelf ook eens proberen op uw monitor, kunt u het hier downloaden.
Als videokaart in het test-systeem hebben we gebruik gemaakt van een ATI Radeon All-in-Wonder. We hebben voor deze kaart gekozen door zijn bewezen goede 2D kwaliteit.
Voordat we de verschillende testbeelden, die we zo meteen een voor een zullen bespreken, op de monitoren zetten, hebben we de brightness en het contrast per monitor optimaal ingesteld. Zoals in het achtergrondartikel staat beschreven, kan het contrast bij een CRT monitor het beste zo hoog mogelijk worden ingesteld, dus 100%. Om de brightness goed in te stellen kan het beste het beeld zo klein mogelijk worden gemaakt. De zwarte rand om het beeld moet dan net zo zwart zijn als de stukken beeldscherm dat niet opgelicht wordt. Staat de brightness te hoog, dan is de smalle rand rondom het beeld grijsachtig.
De bovenstaande afbeelding is een schermafdruk van het eerste testbeeld dat we door monitoren lieten weergeven. Dit scherm is ideaal om onder andere de brightness-uniformity en de bandbreedte van een monitor te beoordelen. Duidelijk zichtbaar is de overgang van 100% wit naar 100% zwart. Het zal blijken dat niet ieder merk monitor dit even netjes doet. Ook zijn mogelijke convergentie fouten te zien aan de randen van de witte vlakken en de witte borderlijn.
Nadat we de brightness hebben bekeken, beoordeelden we de contrast-verdeling van de monitor, door middel van een overzicht van grijswaarden van 0% zwart (wit dus) tot 100% zwart. Vooral het verschil tussen 0% en 5% zwart is het voor sommige monitoren soms moeilijk om goed te tonen. Overgangen van kleur naar een andere kleur zijn met het blote oog moeilijk te beoordelen en zijn dus wel bekeken, maar niet in de uiteindelijke beoordeling opgenomen (tenzij er iets raars aan de hand is natuurlijk).
Het goed weergeven van lijntjes (zowel verticaal als horizontaal) is niet voor iedere monitor weggelegd. Om dit te kunnen beoordelen hebben we gebruik gemaakt van het testbeeld dat in de onderstaande afbeelding te zien is.
Zoals te zien is worden er zowel horizontale als verticale lijntjes afgebeeld met verschillende diktes en onderlinge afstanden.
Het derde testbeeld waar intensief gebruik van is gemaakt, is een beeld om convergentie fouten gemakkelijk zichtbaar te maken. Het is namelijk een beeld dat is opgebouwd uit horizontale en verticale lijnen die elkaar kruisen. Zodra ze elkaar gekruist zijn verandert de kleur (bijvoorbeeld van blauw naar rood).
Omdat de kleuren rood en blauw het verste uit elkaar liggen in het fosforraster is zo gemakkelijk te zien hoe nauwkeurig de monitor is. Het moge duidelijk zijn dat een monitor met een kleine (horizontale) dot pitch minder grote fouten zal vertonen, omdat de drie verschillende fosforsoorten dichter bij elkaar liggen.
Hetzelfde patroon, maar dan met de kleuren magenta en groen, is daarna op het scherm gezet. Meestal zullen bij deze kleuren geen convergentie fouten worden geconstateerd omdat groen tussen rood en blauw (waar magenta uit is opgebouwd) in ligt.
Testpatronen als diagonale lijnen met cirkels zijn op het beeldscherm gezet, maar leveren geen grote onderlinge verschillen tussen de geteste merken.